„Doorzoek u zelf nauw, ja, doorzoek nauw, gij volk, dat met geen lust bevangen wordt.”

Hoe verschillend is de godsdienst van de Bijbel van die oppervlakkige, krachteloze, spinnenwebachtige godsdienst die in iedere richting van de bedrijvige wereld verspreid is, als de draden in de herfst over het veld. De schering en inslag van de onderwijzing van de Heilige Geest: wat een sterk, zwaar, stevig, dicht geweven weefsel is het, vergeleken met die draden die glinsteren in de dauw en die de tred van een kind bij duizenden kan breken! De mensen denken dat zij slechts een korte tijd van het werk van Christus behoeven gelezen te hebben en dan kunnen zij in Christus geloven en zich in Christus verheugen, en vaststaan in Christus en nemen van de dingen van Christus, even gemakkelijk als iemand die tot zijn ontbijttafel komt, brood neemt en er voor zichzelf wat afsnijdt, zoveel als hij begeert.

Maar zie op de godsdienst van de Bijbel, zie op de ondervinding van de heiligen, daar opgetekend. Let op de hulpeloosheid die hun gevoelens kenmerken, zie het machtig werk dat zij uitwerkt in hun zielen. Hoor het kermen van hun beproefde harten. Luister naar de zuchten die voortkomen van hun klagende lippen. Is hun hoop een huis van spinnenkoppen (Job 8:14)? En is het niet dat onze godsdienst naar het goddelijk voorbeeld moet ingericht zijn, wil ze standhouden in de dag van de beproeving?

J. C. Philpot,
predikant te Oakham en Stamford

(”Arm, maar rijk in God”, 2021)