Boerenverstand gevraagd!
Inmiddels heeft ”staatsman Remkes” gesproken. Hopelijk volgt men zijn adviezen op. Wederom staat de landbouw voor een grote opgave, maar agrarische ondernemers zijn gewend om uitdagingen aan te gaan. Ze moeten dan wel erkenning krijgen voor hun vakbekwaamheid.
In de Foodvalley (Gelderse Vallei) mag ik betrokken zijn bij die landbouwtransitie. Er is een energiek landbouwnetwerk waarin boeren, overheden, veevoerbedrijven, adviseurs, het waterschap, Rabobanken in de regio enzovoort eensgezind samenwerken en naar oplossingen zoeken voor de maatschappelijke vraagstukken. Daarbij is vernieuwing van de bedrijfsvoering zeer belangrijk.
Regelmatig bemerk ik een soort laatdunkendheid over (technologische) innovatie in de landbouw. Die is onterecht. Natuurlijk is innovatie niet altijd direct vol te houden. En de landbouw innoveert permanent. Wanneer de regering de boeren had gevraagd om vanaf de reeds gerealiseerde 60 procent ammoniakreductie mee te bewegen naar ruim 80 procent reductie, en hoe dit te realiseren in de komende acht jaar, dan waren de boeren waarschijnlijk nu al hiermee bezig geweest. Zo ging het namelijk ook met de reductie van de antibiotica in de veehouderij.
Het gebruik van antibiotica in de veehouderij nam van 2009 tot en met 2017 af met 63 procent. In 2008 werd nieuw beleid ingevoerd voor reductie en verantwoord gebruik van antibiotica bij vee. Hiervoor werd een publiek-private samenwerking (PPS) opgezet met betrokkenen uit de belangrijkste veehouderijsectoren en de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Diergeneeskunde. De boeren werden gestimuleerd om eigen bedrijfsmaatregelen op het gebied van diergezondheid te nemen ter vermindering van het antibioticagebruik. Hierbij werden bedrijfsadviseurs en leveranciers, zoals dierenartsen en de diervoederindustrie, actief betrokken. Het was belangrijk dat boeren konden kiezen voor de combinatie van maatregelen die het meest geschikt was voor hun specifieke boerderij. Ook bij de huidige stikstofproblematiek is mijns ziens zo’n aanpak nodig. Hierbij is (technische) innovatie nadrukkelijk een factor. Maar ook sociale innovatie of vernieuwingen in de bedrijfsvoering. Denk aan voermaatregelen of een andere manier van mestverwerking.
Innoveren betekent energie steken in blijven leren. Mijn Nyenrodecollega Paul de Blot, die promoveerde op zijn 80e, bleef kansen zien. Zijn geheim? Elke dag eindigde hij met twee vragen aan zichzelf: „Wat heb ik vandaag geleerd en is er iets wat ik morgen anders ga doen?” Juist nu zijn innovatieve agrarische ondernemers nodig voor verdere stappen, met als doel een zo positief mogelijke impact op de omgeving bij het produceren van voldoende en hoogwaardig voedsel.
Er mag zeker een kritische blik worden geworpen op die innovatieve concepten. Daarom is wetenschappelijke toetsing van innovatietechnieken en andere bedrijfsvoeringmaatregelen gewenst, ook om tot juridisch houdbare oplossingen te komen. Wie naast een kwetsbaar Natura 2000-gebied boert, kan prima de stikstofemissie reduceren en werken aan biodiversiteit. Bijvoorbeeld door kruidenrijk grasland in te zaaien. Daarom ben ik ook zo enthousiast over de Regiodeal Foodvalley, waarin meer dan 120 boeren meedoen met allerlei projecten op het gebied van water- en bodemverbeteringen, nieuwe verdienmodellen en emissiereductie van ammoniak en fijnstof. Ondanks al het politieke gekrakeel is geen enkele boer gestopt. De vastberadenheid en positieve insteek zijn alleen maar versterkt.
Dit helpt jonge agrarische ondernemers om een toekomst te zien voor de boerderijen die ze (gaan) overnemen. Want bedrijfsopvolging is minstens zo’n groot probleem. In de Gelderse Vallei heeft ongeveer een derde van de agrarische ondernemers boven de 55 jaar geen opvolger. Gelet op alle nodigde maatregelen zijn er echter niet minder, maar meer boeren nodig. Want wie onderhouden het boerenland, produceren voedsel en leveren ecologische natuurdiensten?
Ook op het gebied van wateropslag om droogte te voorkomen, kunnen boeren een bijdrage leveren. Elders in Nederland bestaat een ”zoetwaterboerenproject”. Dat zet in op het ontwikkelen, onderzoeken en demonstreren van een duurzaam watersysteem in de volle breedte: wateraanbod, wateropslag, watervraag, watergift en waterkwaliteit. Kortom, de ondernemers- en innovatiekracht van boeren doet ertoe bij de landbouwtransitie!
De auteur werkt bij de CHE en Nyenrode.