EU laat vliegmaatschappijen toch wat ruimte met landingsrechten
De Europese Unie blijft ook komende winter nog enigszins mild voor vliegmaatschappijen die niet al hun start- en landingsrechten willen gebruiken. Ze hoeven zich nog niet helemaal aan het minimum van voor de coronapandemie te houden.
De Europese Commissie wilde, nu de luchtvaart is opgeveerd van de coronapandemie, terug naar de oude verplichting om 80 procent van de zogeheten slots te gebruiken. Dat was, sinds Covid-19 de luchtvaart platlegde, 64 procent. Luchtvaartmaatschappijen die de limiet niet halen, moeten de vaak felbegeerde rechten afstaan aan concurrenten.
Maar de maatschappijen zijn de coronacrisis nog niet te boven en kregen er het conflict in Oekraïne nog bovenop, constateren de EU-lidstaten. En het virus of de oorlog kunnen komende maanden zomaar ernstiger opspelen. Ze leggen de limiet daarom komend winterseizoen, dat van eind oktober tot eind maart duurt, op 75 procent.
De soepele regels besparen vliegmaatschappijen onnodige kosten voor slecht bezette vluchten, maar schelen ook bijvoorbeeld broeikasgassen. De luchtvaart drong zelf al maanden aan op langere coulance.
Het komende zomerseizoen geldt in principe wel weer de oude regel, hebben de EU-lidstaten afgesproken.