Oppositie: kabinet al vaker om onderbouwing coronabeleid gevraagd
De oppositie in de Tweede Kamer leest in het nieuwe rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) de bevestiging van kritiek die de partijen zelf ook al hadden. Ook zij vinden dat het kabinet het coronabeleid beter had moeten en kunnen onderbouwen. „Precies! Het effect van de vrijheidsbeperkende maatregelen is onduidelijk”, twitterde PVV-Kamerlid Fleur Agema. „Het kabinet rommelt maar wat aan”, stelt PvdA-leider Attje Kuiken vast.
„Eigenlijk zijn alle maatregelen niet geëvalueerd”, laat Kuiken weten. Ze zegt zelf niet te twijfelen aan het nut van vaccinaties of het dragen van mondkapjes, waar volgens de OVV ook beter naar gekeken had moeten worden. Maar maatregelen als lockdowns en schoolsluitingen hadden volgens haar beter onderzocht moeten worden, zeker gezien hun grote maatschappelijke impact en de besmettingscijfers en ziekenhuisopnames die weer oplopen. „Je hoopt op een mild najaar, maar als dat niet zo is, hebben we een groot probleem.”
Ook Kees van der Staaij van de SGP wijst erop dat hij vaak gevraagd heeft om onderbouwing van het nut van de coronamaatregelen. Hebben die „geen of weinig effect, dan nooit meer inzetten!” Agema merkt op dat minister Ernst Kuipers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de maatregelen waar zij haar vraagtekens bij zet juist wil verankeren in nieuwe wetgeving die gebruikt moet worden voor toekomstige virusuitbraken.
SP’er Maarten Hijink zegt dat hij in de Kamer vaak gevraagd heeft om een onderbouwing van de maatregelen die het kabinet wilde treffen. „Dat werd door het kabinet steeds geweigerd, omdat die informatie volgens hen niet beschikbaar was.” Hij noemt de bevindingen „helaas geen verrassing maar toch heel heftig” en wil een Kamerdebat over het OVV-rapport.
GroenLinks-Kamerlid Lisa Westerveld wil vooral een betere onderbouwing van de effectiviteit van de avondklok en de coronatoegangsbewijzen. „Want bij verregaande maatregelen die ingrijpen in grondrechten, moet de onderbouwing staan als een huis. Moet er openheid zijn over het doel en de effecten.” Het kabinet was volgens haar „te stellig, hardleers en nam kritiek vanuit het parlement te weinig serieus”.
Eva van Esch (Partij voor de Dieren) vindt „dat het kabinet veel eerlijker had moeten zijn over de onzekere effecten van ingrijpende beperkingen”. De ontstane onduidelijkheid staat volgens haar „verbetering van het beleid in de weg”.