Utrecht pakt straatintimidatie harder aan
De gemeente Utrecht gaat de komende jaren straatintimidatie - „een diepgeworteld maatschappelijk probleem” - harder aanpakken. Onder straatintimidatie valt onder meer het nafluiten, -roepen of -sissen. Ook agressieve taal of het hinderlijk volgen, hoort daartoe.
Het is volgens burgemeester Sharon Dijksma vooral belangrijk dat jongens en mannen zich bewust worden dat dit gedrag niet normaal is. „Om de maatschappelijke norm op lange termijn écht te veranderen, is het van belang om duidelijke normen en grenzen te stellen.” Daarom komt er voorlichting en een campagne. Bovendien opent de gemeente volgende maand een meldingssysteem waarop slachtoffers een incident kunnen melden. Dit alles is onderdeel van het Actieplan Straatintimidatie 2022-2026, dat woensdag door het Utrechtse college is vastgesteld.
„Op basis van deze maatregelen kan de gemeente vervolgens gerichte maatregelen treffen op locaties waar straatintimidatie (relatief vaak) voorkomt. Bijvoorbeeld door het anders inrichten van de openbare ruimte, het opschroeven van de straatverlichting en het gerichter inzetten van handhaving en jongerenwerk”, zo luidt de toelichting.
De gemeente is een groot voorstander van het strafbaar stellen van straatintimidatie. Het handhaven hierop is van groot belang, zegt ze. „Wij zijn daarom blij dat de minister van Justitie en Veiligheid in haar nieuwe wetsvoorstel seksuele intimidatie in het openbaar strafbaar stelt. Bij het tegengaan van intimidatie op straat zien wij ook een rol voor onze boa’s.”
Rotterdam werd begin dit jaar door justitie op de vingers getikt omdat de gemeente undercoverboa’s inzette om mensen aan te spreken op ongewenst gedrag zoals sissen en nafluiten. De opsporingsambtenaar gingen onopvallend de straat op om de pakkans te vergroten. De Maasstad probeert straatintimidatie al jaren de kop in te drukken.
De allereerste verdachte van straatintimidatie kreeg in 2018 een boete opgelegd door de rechter in Rotterdam. Het Hof oordeelde een jaar later dat nasissen en -roepen onder de vrijheid van meningsuiting valt. Dit tot ongerief van de stad die net als Amsterdam de algemene plaatselijke verordeningen had aangepast om het juist strafbaar te stellen. Ook Den Haag onderneemt allerlei acties om de intimidatie terug te dringen.
In eerder onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gaven twee op de drie jonge vrouwen aan ervaring te hebben met straatintimidatie. Volgens hen is achternalopen de meest bedreigende vorm.