VVD-Kamerlid Aartsen stelde berichtgeving van het FD aan de orde in het wekelijks vragenuur. De krant meldde deze week dat tientallen statushouders tot verbazing van hun werkgevers hun baan opzegden. Reden daarvoor was dat ze het asielzoekerscentrum mochten verlaten in ruil voor een woning van de gemeente Utrecht, signaleerde een horeca-ondernemer. De verhuizing brengt de nodige veranderingen voor hun leefsituatie met zich mee, omdat ze vanaf dat moment onder meer huur en verzekeringskosten moeten betalen. Ook hebben ze dan recht op toeslagen of een uitkering.

„Dit is de wereld op z’n kop. Op deze manier vliegt het draagvlak bij mensen linea recta het raam uit”, reageerde Aartsen. Ook andere Kamerleden toonden zich ontstemd. „We moeten goed zorgen voor iedere Nederlander die wil werken maar dat niet kan. Maar iedere Nederlander die kan werken maar niet wil, moet je keihard aanpakken. Tenminste, als die een uitkering wil ontvangen”, aldus SGP-Kamerlid Stoffer. „Dit waren leuke mensen die goed meededen”, stelde CDA’er Palland. „Des te bizarder is het dan dat de keus wordt gemaakt om te stoppen met werken.”

Zowel de VVD als het CDA willen dat minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) onderzoekt of dit probleem zich behalve in Utrecht ook in andere gemeenten voordoet. De minister gaf in een eerste reactie aan dat het „niet zo mag zijn dat wanneer iemand een huis krijgt toegewezen, diegene verder alles laat vallen.”