„Je krijgt willekeur, en daardoor ongelofelijke maatschappelijke onrust en ontwrichting”, vertelde Atema aan de parlementaire enquêtecommissie over het Groningse gasdossier. Aansprakelijkheid komt er simpelweg op neer dat de NAM de rekening moet betalen, maar over de belofte om ruimhartig te vergoeden zijn geen afspraken gemaakt. Ruimhartigheid moet gepaard gaan met „duidelijk criteria en consequentie”, vindt Atema.

Hij noemde als voorbeeld een jonge Groninger wiens huis was versterkt. Omdat dit bij de buren lang niet zo goed was geregeld, voelde hij zich er erg schuldig over. Deze schuldgevoelens van de Groningers bij wie schade of versterking wel snel en goed is geregeld, kwam al eerder ter sprake in de verhoren. „Dat is iets waar we niet voor weg kunnen kijken”, aldus Atema.

Overigens heeft de NAM in eerdere jaren ook de hakken in het zand gezet als het om vergoeding van schadeherstel en versterking ging. Atema was na zijn aantreden als baas van de NAM verbaasd dat de Groningers nog zo mild waren tegen het aardgasbedrijf. „We hebben er wel een zooi van gemaakt de afgelopen jaren.”