Vijf jaar onderzoek Marker Wadden: nog niet alle doelen bereikt
Nog niet alle natuurdoelen zijn behaald voor de Marker Wadden, maar de ontwikkeling van de onbewoonde natuureilanden is wel een succes, constateert het Kennis- en Innovatieprogramma Marker Wadden (KIMA). Dat komt onder meer omdat er steeds meer planten en vogels te vinden zijn op de eilanden. In een paar jaar tijd zijn er 47 broedvogels en 170 plantensoorten bijgekomen.
De Marker Wadden zijn tussen 2016 en 2021 kunstmatig aangelegd en het was fijn geweest om al te weten of deze eilanden ook daadwerkelijk de waterkwaliteit van het Markermeer verbeteren. Het meer heeft door diverse dijken en dammen geen verbinding met de zee of rivieren. De waterkwaliteit is daardoor de laatste decennia flink achteruitgegaan, maar volgens het KIMA wordt een verbetering van de waterkwaliteit wel langzaam zichtbaar.
Het water is helderder in sommige delen van het meer. De finish is alleen nog niet in zicht. Werkzaamheden zorgen nu nog voor opwerveling van slib. Dat heeft overigens niet per se alleen nadelen. Zo kunnen vissen er baat bij hebben en komen er voedingsstoffen uit de bodem bij vrij. Voor de aanleg van de eilanden is zand, klei en slib uit het Markermeer gebruikt, aangevuld met bagger uit andere projecten.
Het onderzoek naar de Marker Wadden is verricht in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De minister, Mark Harbers, zegt dat de komst van meerdere broedvogels en veel plantensoorten „internationaal een succesvol voorbeeld” zijn voor natuurherstel. „Zo zie je dat Nederland-waterland niet alleen het water kan bedwingen, maar ook met het water kan werken om een mooi en gezond resultaat te bereiken”, stelt Harbers. Woensdag lichten ecologen, onderzoekers en beleidsmakers het vijfjarige onderzoek toe aan andere landen.