Politiek en christelijke hoop
Een intrigerend Kamermoment was het toen Segers (CU) tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen (21-9) door Wilders (PVV) werd aangesproken op zijn barmhartigheid als christen. De Kamervoorzitter greep in, zij vond dat Segers’ geloof iets persoonlijks was waaraan Wilders niet zou moeten refereren.
Nu was de manier waarop Wilders zijn verwijt maakte onsympathiek, maar verder moet Segers het erg oneens zijn geweest met de Kamervoorzitter: hij wil immers juist als christen zijn werk doen.
Over een soortgelijke vraag bleek, tijdens het bijzondere debat over de Transgenderwet (27-9), een felle tegenstelling te bestaan tussen Bisschop (SGP) en Simons (Bij1). Zij duldde geen „preek” in de Kamer, want God stond hier volledig buiten. In alle vrijmoedigheid beleed Bisschop er zeker van te zijn dat God wel degelijk een betrokken Toehoorder is. Kamerlid Westerveld (GL) had meer respect voor dit geloof, maar vond dat Bisschop niet kon zeggen dat de scheppingsorde zo bepalend is voor een christen.
Mensen die bij elkaar in één land wonen, kunnen niet langs elkaar heen leven. Je hebt elkaar allereerst nodig in de kleine gemeenschap om je heen, maar ook daarbuiten kom je elkaar tegen en moet je weten wat je van elkaar kunt verwachten. Als medeburgers heel verschillende visies hebben op wat een goed leven en samenleven is, ontstaat er spanning.
Vroeger was dat vooral vanwege de overtuiging dat de overheid ook de eerste tafel van de Tien Geboden moest handhaven in de publieke samenleving. Na de Verlichting is men daarover in meerderheid anders gaan denken. Daarbij won langzaam de overtuiging terrein dat de samenleving zelf haar toekomst in de goede richting moest sturen. Onze toekomstige heilstaat moeten we zelf maken en dan kunnen we het niet gebruiken als er gelovigen zijn die een andere kant op willen – in de beleving van progressieven: terug het verleden in. Die gelovigen zijn dan een gevaar voor de toekomst.
Alle eeuwen door zien we dat politieke samenlevingen één van tweeën deden. Ofwel streven naar een soort gezamenlijke religie, zodat die spanning er niet zou zijn. We kunnendenken aan de keizercultus van de Romeinen, maar ook aan de godsdienstoorlogen uit de 16e en 17e eeuw. Ofwel zoeken naar een staatkundige manier om die spanning onder controle te houden. De liberale democratie deed dat. Niemand heeft de macht, de troon blijft leeg, we moeten leven en laten leven en daar legt iedereen zich bij neer. Wetten zijn compromissen en religieuze groepen genieten grondrechten.
Maar de laatste jaren lijkt de steun voor deze democratie minder te zijn geworden. Het blijkt dat het hele land in de 19e en 20e eeuw toch wel in grote lijnen door het christendom gestempeld was. Dat betekende voor de politiek dat het geweten van burgers gerespecteerd moest worden. En dat de overheid geen aardse heilstaat maakt.
Maar dat is nu anders en steeds meer komt die lege troon ter discussie. Christenen roepen: We vonden altijd al dat de overheid een terughoudende, maar christelijke taakopvatting moest hebben. Maar als het dan niet christelijk meer is, laat die troon dan in elk geval leeg en laten we dan terughoudend blijven. Juist bij groeiende tegenstellingen moeten we de ”samenleefmodus” vasthouden. Voor de progressieve ideologie, van de ”samen-te-bouwen-heilstaat-van-het-zelfgekozen-leven”, is het echter toch aantrekkelijk om die troon te bezetten. Vooral voor radicalen die zeggen: Wij zijn rationeel-neutraal. Als je ons gelooft, dan geven wij wel een door ons afgebakende ruimte voor je eigen geloof daarnaast.
Groen van Prinsterer schreef al dat een staat maar heel moeilijk echt neutraal kan blijven. Ongeloofstheorieën vragen om consequente toepassing en dus om het grijpen naar de macht over heel het leven van de mensen. Misschien zijn de maatschappelijke tegenstellingen tussen links en rechts nu daardoor wel zo fel en diep. In elk geval is er alle reden om er buitengewoon alert op te zijn dat de burgerschapswet geen nieuwe keizercultus wordt.
Wat er ook op de troon komt, de boodschap van de christelijke hoop –het anker buiten deze wereld– lijkt relevanter dan ooit. Voor christenen en anderen.
De auteur is advocaat bij BVD advocaten.