Wiebes: dichtdraaien gaskraan altijd ongunstig voor staatskas
Het is een „fata morgana” om te denken dat het derde kabinet-Rutte heeft besloten de gaskraan dicht te draaien omdat het voor de overheidsfinanciën goed zou uitpakken, zegt oud-minister Eric Wiebes. Het afbouwen van de gaswinning is „in alle gevallen ongunstig” verklaarde hij maandag tegenover de parlementaire enquêtecommissie die het Groningse gasdossier onderzoekt.
„Iedereen wist dat dit voor de staatskas een slecht idee was”, aldus Wiebes. In eerdere verhoren de afgelopen weken kwam ter sprake dat de kosten van de versterkingsoperatie in het aardbevingsgebied zo hoog opliepen dat de reden om de gaskraan dicht te draaien financieel zou zijn. „Er is geen collega geweest die heeft gedacht dat het een fantastisch idee was om de gaswinning naar nul te doen vanuit het oogpunt van rijksfinanciën”, zegt de oud-minister.
Wiebes stelde zelfs voor spontaan een rekensom te maken om de kosten van de versterking en schadeafhandeling af te wegen tegen de inkomsten uit de gaswinning. Niemand kan gedacht hebben dat de gaswinning werd afgebouwd „omdat we eraan verdienen”, concludeert Wiebes uit zijn eigen berekeningen. „Toch won in dat kabinet de veiligheid van de euro’s.” Wiebes prijst het vorige kabinet, waar hij zelf deel van uitmaakte, daarom.
De parlementaire enquêtecommissie die Wiebes over zijn rol in het gasdossier aan de tand voelde, lijkt overigens niet helemaal overtuigd. De commissie zag vele duizenden documenten in. Commissielid Peter Kwint (SP) vroeg zich hardop af hoe de berekening van Wiebes „zich verhoudt tot de sommetjes die wij gezien hebben”.
De voormalige minister gaf toe dat wel is overwogen dat het stoppen van de gaswinning zou schelen in de kosten van de versterkingsoperatie. Maar dat was geenszins een doorslaggevende reden, aldus Wiebes.
Wel speelde leveringszekerheid een belangrijke rol. Er mochten geen huishoudens in de kou komen te zitten door het dichtdraaien van de gaskraan in Groningen. Er is volgens Wiebes goed gekeken naar de beschikbaarheid van gas uit andere bronnen, aangezien Nederland daarvoor afhankelijk zou worden van het buitenland. Maar hij erkent ook: „Met een oorlog hebben we niet gerekend.”