Dat is ambitieus, erkent minister Karien van Gennip van Sociale Zaken. Hoe omvangrijk de operatie is, blijkt alleen al uit het feit dat niet alleen de Dienst Uitvoering Onderwijs en Toeslagen (vroeger onderdeel van de Belastingdienst) betrokken zijn, maar ook de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en uitkeringsinstantie UWV. Expertise van al deze organisaties is nodig, zegt Van Gennip.

Eén organisatie wordt uiteindelijk verantwoordelijk voor de uitvoering, maar welke club dat wordt is nog niet zeker. Mogelijk wordt een nieuwe uitvoerder opgericht.

Verder werken drie ministeries (Sociale Zaken, Onderwijs en Financiën) mee aan het ontwerp en wordt overlegd met een reeks belangenclubs en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).

In het nieuwe stelsel betaalt de overheid 96 procent van de kinderopvang, wat direct naar de opvangorganisatie gaat.

Van Gennip erkent dat het een hele klus wordt, ook omdat de vraag naar kinderopvang met het nieuwe systeem zal toenemen en er nu al grote personeelstekorten zijn. De krapte op de arbeidsmarkt zorgt overigens ook al voor problemen bij de uitvoeringsorganisaties zelf. Zij hebben het druk en er zijn veel vacatures.

Het is wel belangrijk dat het nieuwe systeem er op tijd komt: het toeslagenschandaal heeft problemen met de kinderopvangtoeslag blootgelegd: ouders krijgen hoge bedragen voorgeschoten en als achteraf blijkt dat ze recht hadden op een lager bedrag (bijvoorbeeld doordat ze minder uren werkten dan verwacht) moeten ze veel geld terugbetalen.

Het kabinet hoopt daarnaast dat een succesvol ontwerp van een nieuw stelsel als „blauwdruk” kan fungeren voor andere operaties. Uiteindelijk wil het kabinet een alternatief vinden voor het hele toeslagenstelsel.