Einde in zicht voor Peruaanse opstand
De opstand van de nationalistische extremist Antauro Humala in het zuidoosten van Peru lijkt op zijn laatste benen te lopen. De opstandelingenleider met naar schatting 150 volgelingen gaf zondagavond aan zich maandag in de loop van de dag over te zullen geven.
Humala zei dat er niet meer zal worden geschoten als ordetroepen dat ook niet meer doen. Eerder op zondag kwamen bij een vuurgevecht tussen zijn volgelingen en de politie in de Peruaanse Andes ten minste vier agenten om het leven. Dat hebben medici en ooggetuigen gezegd. De opstandelingen beschuldigen de regering van corruptie.
De aanhangers van Humala, een ex-majoor van het Peruaanse leger, bestormden op nieuwjaarsdag een politiebureau in Andahuayalas, namen tien politiemannen in gijzeling. Ze eisten het aftreden van president Toledo en het ontslag van de regering. Bij de bestorming door de circa 160 opstandige reservisten vielen al zeker zeven gewonden.
Politie en strijdkrachten hebben versterkingen naar de stad met ongeveer 26.000 inwoners gestuurd. De regering kondigde in het gebied de noodtoestand af. Andahuayalas ligt ongeveer negenhonderd kilometer zuidoostelijk van de hoofdstad Lima. Premier Ferrero zei dat de autoriteiten de situatie „voorzichtig, maar resoluut" zullen oplossen.
Rebellenleider Humala zei eerder in een interview met persbureau Reuters zich niet te zullen overgeven. Hij verzet zich ook tegen de jaarlijkse herschikking van militaire posten als gevolg waarvan onder anderen zijn broer Ollanta met pensioen wordt gestuurd.