„Ook internationaal geïnspireerde terreur en misdaad vindt uiteindelijk ergens in een gemeente plaats. Dat hebben we in november gezien. En wij wisten in Amsterdam te weinig en dat is niet goed", aldus de burgemeester.

Cohen zei tegen een ministerie van Veiligheid te zijn, een idee dat premier Balkenende vlak voor kerst opperde. Zo’n ministerie zou zowel politie en de veiligheidsdienst AIVD als justitie onder zich krijgen. „Als dat ten koste gaat van de eigen rol die de regio, en dus ook Amsterdam, bij de aanpak van criminaliteit en terreur kan en moet spelen, dan ben ik daar een tegenstander van." Vooral voor de politie is een lokale rol weggelegd, stelde Cohen.

Volgens de burgemeester is de kracht van de politie dat er een balans is tussen het handhaven van de openbare orde en het opsporen en bestrijden van criminaliteit. „Een politieapparaat dat te dicht tegen justitie aanzit, kan verworden tot justitiële politie, ten koste van openbare orde–aspecten." Cohen noemde als voorbeeld de buurtregisseurs in de stadsdelen die in de nasleep van de moord op Van Gogh spanningen wisten te temperen.

Cohen stipte aan dat het in 2004 objectief gezien veiliger is geworden in de hoofdstad. Het aantal aangiftes is in een paar jaar gedaald van 160.000 naar onder de 100.000. Bijna duizend probleemjongeren zijn het afgelopen jaar van straat gehaald. „Tegelijkertijd weten we dat mensen zich niet veiliger voelen. De in het oog springende liquidaties dragen daar ook niet toe bij."

In zijn nieuwjaarstoespraak waarschuwde Cohen nog eens dat bepaalde groepen, zoals werkloze allochtone jongeren, niet uitgesloten mogen worden van de samenleving. Veel allochtone leerlingen van het ROC hebben bijvoorbeeld moeite om een stageplek te vinden. Werk is de integratiemotor bij uitstek, zei Cohen. De gemeente zal zelf op korte termijn voor vierhonderd stageplaatsen zorgen.

De burgemeester deed een beroep op het Amsterdamse bedrijfsleven en de gesubsidieerde instellingen om zich open te stellen voor de jeugd en daarmee voor de werknemers voor de toekomst. „Ik ga ervan uit dat dat beroep niet vergeefs zal zijn: tussen de 2500 en 3000 stageplaatsen zijn er nodig."