Stroom was de enige Nederlander die om het leven kwam bij deze ramp in Marcinelle bij Charleroi, die aan 262 mijnwerkers het leven kostte. Pas op 18 maart 1957 werd zijn stoffelijk overschot op grote diepte teruggevonden.

De toen 40-jarige Stroom maakte zich 8 augustus 1956 op om in de mijn Bois du Cazier af te dalen naar zijn mannen, die op 1035 meter diepte aan het werk waren, aldus een woordvoerster van de Nederlandse ambassade in Brussel. Volgens de website De Mijnen was hij ingehuurd om te werken aan een nieuwe schacht.

Toen er die dag rook uit de schacht kwam en alarm geslagen werd voor een brand op 975 meter diepte, besloot Stroom desondanks naar beneden te gaan om zijn collega’s te waarschuwen. „Hij werd hiervoor postuum onderscheiden met de Leopoldsorde, de hoogste Belgische onderscheiding”, aldus de woordvoerster.

De laatste zes kompels die erin slaagden vanaf de verdieping op 1035 meter diepte met de lift naar boven te komen, hadden nog geprobeerd hem tegen te houden. Maar Stroom riep dat het zijn plicht was en ging toch naar beneden. Vlak daarna smolten de kabels van de lift en stortte de liftkooi omlaag.

De plaquette ter ere van Stroom wordt dinsdag in aanwezigheid van de Nederlandse ambassadeur in België, Pieter Jan Kleiweg de Zwaan, onthuld. Daarbij zijn ook twee inmiddels ruim tachtig jaar oude zonen van Stroom aanwezig.