De Koeijer sprak donderdagmorgen het openingswoord uit van de Bondsdag van Vrouw tot Vrouw (vroeger de Hervormde Vrouwenbond). De bijeenkomst, die werd gehouden in de Basiliek te Veenendaal, trok 700 à 800 vrouwen. Het thema van de dag was ”De Psalmen”. Dat komt het hele verenigingsjaar terug, zowel in het magazine ”Vrouw tot Vrouw” als tijdens regionale bijeenkomsten.

De Koeijer haalde in haar openingswoord twee vrouwen uit het buitenland aan die leefden met de psalmen. De ene was Annelie uit Zuid-Afrika die met haar gezin vertrok naar Afghanistan om daar te helpen. Toen ze uit het ziekenhuis, waar ze werkte, kwam, hoorde ze dat de overige gezinsleden vermoord waren door de Taliban. „Toen kwamen bij haar de woorden uit Psalm 91 boven: „Wie in de schuilplaats van de Allerhoogste is gezeten, zal overnachten in de schaduw van de Almachtige.””

De voorzitter noemde ook Lisjoe uit Azië, die een diepe pijn van binnen voelde nadat er troepen al plunderend en vrouwen verkrachtend door haar dorp waren getrokken. „Christenen boden hulp en lazen Psalm 6: „Genees mij Heere, want mijn beenderen zijn verschrikt.” Ze voelde zich begrepen. Dat kwam omdat de psalmdichters wisten wat moeite was. Nu nog komen vrouwen in dat gebied bij elkaar om uit de Bijbel te lezen”, vertelde De Koeijer.

Aantasting

Er zijn ook Nederlandse vrouwen die met de psalmen leven. Een van hen is Geraldine van Hell-Geurs uit Woudenberg. Ze vertelde over haar dochter die de ziekte ROHHAD-NET heeft. Nienke heeft te maken met een aantasting van de hersenen die moeten zorgen voor de automatische hersenfuncties.

Tijdens de zwangerschap leefde Van Hell bij de woorden van Psalm 55: 23, over het werpen van de zorgen op de Heere. Na de geboorte kwam Psalm 22:11 bij haar naar boven. Toen de ziekte van Nienke zich openbaarde en toenam, werd ze overweldigd door emoties totdat ze uit Psalm 6: 7 las. Daarin gaat het over het moe zijn van zuchten. Ook de woorden uit Psalm 139, dat de Heere alles weet en kent, had betekenis voor haar.

In 2020 verslechterde de situatie van haar dochter en kreeg ze moeite met ademhalen. Ze wordt nu beademd van binnenuit. Toen bleven de woorden uit Psalm 23:5, over de tafel die aangericht wordt, haar bij. Dochter Nienke leerde deze psalm uit haar hoofd. Ook de berijmde Psalm 42:5 („Maar de Heere zal uitkomst geven”) is haar dikwijls tot troost geweest. Van Hell sloot af met: „Hoe vaak missen we de drang om te zingen of te zuchten. Als het niet vanzelf gaat, moet je zingen of zuchten omdat het nodig is.”

Treden

„Psalmwoorden vormen de treden waarop wij de weg tot God vinden”, zei ds. A. Langeweg. Hij stelde dat de Heere zo woorden geeft om het hart te openen. „Met de psalmen kunnen we de kamers van ons hart openbidden voor God, ook die waar we niet zo gemakkelijk bij kunnen. Luther zei: „Wie de psalmen regelmatig bidt, kan zijn eigen gebeden met vakantie sturen.””

De predikant van de hervormde gemeente te Haaften zoomde in op Psalm 31:13, waar het gaat over David die geworden is als een gebroken kruik. „Deze woorden gaan door merg en been. Ze verdoezelen niets. Ze werpen je niet terug op jezelf, maar op God. Zo was het met David, zijn hart was in scherven, maar hij nam de toevlucht tot God.”

Ds. W. J. Westland, predikant van de hervormde gemeente te Hardinxveld-Giessendam, richtte zijn aandacht met name op Psalm 2, die hij een Koningspsalm noemde. De psalm gaat niet direct over Christus, maar is wel op Hem toepasbaar, aldus ds. Westland. „Een psalm heeft een eerste en eigen betekenis, maar er is geen Psalm die ook niet over Christus gaat. Je moet de psalmen niet losmaken van Christus. Als men gezangen gaat zingen omdat men graag over de Heere Jezus wil zingen, doet men de psalmen tekort.”