Lana Zoughbei: Jemima maakt mijn dromen waar
In het begin moest ze wennen aan het werken met gehandicapten, maar haar leven is veranderd. „Jemima maakt mijn dromen waar”, zegt Lana Zoughbei, algemeen manager van de jubilerende gehandicaptenorganisatie Jemima.
Deze maand overleed Ed Vollbehr, samen met zijn vrouw Heleen veertig jaar geleden de oprichter van Jemima. Zoughbei was aanwezig op zijn begrafenis en was diep ontroerd. Ze was in ons land ter gelegenheid van het veertigjarig bestaan van Jemima, die vanuit Nederland financiële steun verleent aan House Jemima. Het gesprek met haar vindt plaats op een vakantiepark in Oosterhout (Noord-Brabant).
Hoe bent u in House Jemima terechtgekomen?
Zoughbei: „Ik werkte als sportlerares voor gehandicapten en gaf eens een workshop voor werkers van Jemima. Ze vroegen mij daar te komen werken. Ik wist niet of het mijn plaats was, maar ik heb het toch gedaan. In het begin vond ik het erg moeilijk. Het was hard werken, met avond- en middagdiensten, heel iets anders dan onderwijs geven. Toch hoorde ik in mijn hoofd een stemmetje dat bleef zeggen: „Probeer het.” Dat heb ik gedaan en ik ben het werk steeds mooier gaan vinden.”
Hoe kwam dat?
„Dat kwam door de band met de gehandicapten. Ik gaf hun eten, waste hen, kleedde hen aan en raakte zo steeds meer betrokken bij hen. Ja, ik voelde hun leven.
In 2011 kwam ik bij Jemima. In 2014 werd ik manager. Nu weet ik dat hier mijn plaats is. Jemima maakte mijn dromen waar. Het betekent niet dat het altijd gemakkelijk is. Herhaaldelijk moet ik moeilijke beslissingen nemen voor het welzijn van gehandicapten. Soms gaat het door diepe dalen, maar steeds weer merk ik de zegen van God.”
Heeft het christelijk geloof ermee te maken?
„Dat heeft het zeker. Ik word gedreven door de liefde van Christus. De liefde tot de gehandicapten is het centrum van mijn werk. Liefde is beter dan medicijnen.”
Waaruit blijkt de christelijke identiteit van House Jemima?
„Die blijkt, hoop ik, vooral uit de liefde die we geven, maar er zijn ook aanwijsbare dingen. We bidden ’s morgens en ’s avonds en voor het eten. We lezen de gehandicapten voor uit een door onszelf samengesteld boek, ”The story of the Bible”. Op zondag is er een bijeenkomst, waarop er uit de Bijbel verteld wordt en christelijke liederen gezongen worden, bijvoorbeeld ”This is the day the Lord has made” (”Dit is de dag die de Heer ons geeft”). Rasha van 42, die blind en autistisch is, speelt dan vaak op de piano. Ze is bijzonder muzikaal.”
Zijn er weleens problemen met ouders van kinderen die hier komen?”
„We hebben een goede verstandhouding met de ouders, die nagenoeg alle moslim zijn. Natuurlijk gebeurt er weleens iets. Ik herinner me dat de gehandicapten een T-shirt aan kregen met het logo van Jemima. Een moeder wilde dat niet vanwege het kruis. Het hoefde ook niet. Het kind kon een ander shirt aantrekken of er iets opplakken. We gaan hier soepel mee om.”
Hoe waardeert de plaatselijke bevolking House Jemima?
„Vroeger, in de tijd van de oprichting, schaamde men zich voor gehandicapte kinderen en hield men hen zo veel mogelijk binnenshuis. Dat leidde vanzelfsprekend tot allerlei drama’s. Medewerkers van House Jemima gingen met de kinderen –aanvankelijk waren er alleen maar kinderen– wandelen. De omgeving is daar nu aan gewend. Iedereen in Beit Jala kent House Jemima. Ouders sturen hun gehandicapte kinderen naar ons toe, al zijn er nog steeds ouders die zich voor hun kinderen schamen.”
Wat zijn de nieuwste ontwikkelingen?
„In februari hebben we een boek gepubliceerd: ”Doors for Hope”. Dat biedt de lezers een inkijkje in ons werk. Het kreeg veel publiciteit en maakt ons werk bekender. Het wordt in het Nederlands vertaald en komt dan op onze website.
Misschien wel het mooiste compliment ontvingen we tijdens de jubileumviering in House Jemima op 8 september. Een vrouw zei met tranen in haar ogen: „Jullie gaven me een kans om me een normale moeder te voelen, mijn kind iedere ochtend aan te kleden en het naar school te laten gaan.””
>
jemima.nl