Dodental Azië stijgt tot 123.000
Het dodental in Zuidoost-Azië en Oost-Afrika als gevolg van de zeebeving is donderdag opgelopen tot ruim 123.000. Alleen in Indonesië al eisten de vloedgolven bijna 80.000 levens.
De noodhulp aan de slachtoffers verloopt moeizaam en komt voor veel mensen mogelijk te laat. Het officiële aantal Nederlandse doden is nog steeds vijf: vier in Thailand en een in Sri Lanka.
Medewerkers van het Indonesische ministerie van Volksgezondheid lieten weten dat het dodental donderdag in vergelijking met een dag eerder met bijna 30.000 is gestegen, omdat reddingswerkers aan de noordwestkust van Sumatra tal van lichamen hebben gevonden.
Na Indonesië zijn tot dusver de meeste slachtoffers in Sri Lanka gevallen. Sri Lanka stelde het dodental donderdag bij tot ruim 27.000.
Medewerker Victoria Romano van het Internationale Rode Kruis zei tegen het Franse persbureau AFP dat het niet mogelijk zal zijn een precies overzicht van het aantal slachtoffers te geven. Ze wees op de onbereikbaarheid van veel gebieden en de onvolledige bevolkingsregisters in de getroffen landen.
Het officiële dodental voor Thailand staat nu op 4500. De autoriteiten in de zuidelijke provincie Phang Nga, waaronder ook de stranden van Khao Lak vallen, meldden donderdag dat onder de slachtoffers in Thailand 2300 buitenlanders zijn.
Volgens de officiële cijfers, die aanmerkelijk lager zijn, zijn bij de buitenlanders de meeste slachtoffers onder de Zweden (44) gevallen. Ook het aantal omgekomen Duitsers (33), Britten (28) en Fransen (21) is relatief hoog.
Honderden tonnen aan noodhulp, zoals medicijnen, waterzuiveringsinstallaties en voedsel, zijn intussen in de getroffen landen aangekomen, aldus VN-medewerkers. Daarvan komt echter weinig terecht bij degenen die de hulp het meest nodig hebben.
Miljoenen mensen zijn afgesloten van de buitenwereld, omdat bruggen zijn ingestort en grote gebieden onder water staan. „We doen erg weinig op het moment. Ik denk dat de frustratie alleen maar zal groeien de komende dagen en weken”, zei VN-coördinator Jan Egeland. De VN schatten dat ongeveer 5 miljoen mensen dringend hulp nodig hebben.
De hulpverleningsorganisatie CARE gaat in Indonesië 100.000 systemen voor schoon drinkwater uitdelen. Die maatregel moet voorkomen dat er besmettelijke ziektes, zoals cholera, uitbreken. Japanse en Amerikaanse oorlogsschepen zijn naar het gebied gestuurd met een ziekenhuis en waterzuiveringssystemen aan boord.
In Sri Lanka komt de hulpverlening redelijk op gang. Honderden tonnen aan hulpgoederen zijn gearriveerd op het vliegveld van de hoofdstad Colombo. Artsen klagen echter over een gebrek aan medicijnen. „De mensen in de vluchtelingenkampen worden ziek. Er is grotere behoefte aan medicijnen dan aan voedsel en kleding”, aldus een districtsleider. Het Rode Kruis heeft ongeveer 40.000 mensen ondergebracht in 66 opvangkampen.
Secretaris-generaal Kofi Annan van de Verenigde Naties liet weten dat een half miljard dollar (circa 0,37 miljard euro) aan hulp is toegezegd of gegeven voor slachtoffers van het natuurgeweld. „We hebben een goede respons gehad”, zei Annan in een onderhoud met de media. „Meer dan dertig landen hebben zich aangemeld om ons te helpen miljoenen mensen te helpen.” Van het bedrag van een half miljard dollar is 250 miljoen afkomstig van de Wereldbank. De rest komt van afzonderlijke landen.
De Italiaanse premier Berlusconi pleitte voor een buitengewone vergadering van de G8, de zeven belangrijkste industrielanden plus Rusland. Hij zei dat op die top de organisatie van hulp en mogelijke vermindering van de schulden van de getroffen landen op de agenda moet staan.
Italië is voorzitter van de G8, maar Groot-Brittannië neemt het op 1 januari over. Groot-Brittannië liet donderdag weten geen directe plannen te hebben voor een vergadering van de G8 over de ramp in Zuidoost-Azië.
De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Powell riep op een internationale donorconferentie te houden voor de slachtofffers van de tsunami. Hij zei dat die waarschijnlijk volgende week plaatsheeft.
De Europese ministers van Ontwikkelingssamenwerking komen volgende week vrijdag in Brussel bijeen voor een vergadering over de hulp aan de getroffen gebieden. Aanstaand EU-voorzitter Luxemburg heeft daarvoor samen met huidig voorzitter Nederland het initiatief genomen.