Duitse ondernemingsklimaat fors achteruitgegaan
Het Duitse ondernemingsklimaat is in september fors achteruitgegaan. Uit een maandag gepubliceerde enquête van het Duitse onderzoeksinstituut Ifo blijkt dat er sprake is van een aanzienlijke verslechtering van het sentiment. De uitkomsten zijn het zoveelste teken dat de grootste economie van de eurozone afstevent op een recessie als gevolg van de energiecrisis.
De maandelijkse vertrouwensbarometer van het Ifo-instituut, gebaseerd op een enquête bij ongeveer 9000 bedrijven, daalde met 4,3 punten tot 84,3 ten opzichte van de vorige maand. Het was de vierde achtereenvolgende maand van krimp. De graadmeter bereikte zijn laagste niveau sinds mei 2020. „De Duitse economie glijdt af naar een recessie”, aldus Ifo-voorzitter Clemens Fuest. „Het pessimisme over de komende maanden is beslist toegenomen.”
Duitsland wordt geconfronteerd met een sterk oplopende inflatie, vooral als gevolg van de stijgende energieprijzen. Die liepen hard op nadat Rusland de gastoevoer via een belangrijke pijpleiding had stopgezet op het moment dat de spanningen over de oorlog in Oekraïne toenamen.
Hoewel heel Europa door de sancties en de impact van de oorlog wordt getroffen, wordt Duitsland harder geraakt. De belangrijkste handelspartner van Nederland was voor de oorlog sterk afhankelijk van Russische leveringen.
Een recessie in Duitsland is nu „onvermijdelijk”, aldus analist Carsten Brzeski van ING, verwijzend naar „de hoge inflatie, de stijgende energieprijzen, de aanhoudende fricties in de toeleveringsketen en de afnemende wereldwijde vraag”. In de enquête daalde het vertrouwen in de industriesector, de motor van de Duitse economie, bijzonder sterk met 14,2 punten.
Het rapport kwam op dezelfde dag dat de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) de vooruitzichten voor Duitsland stevig neerwaarts bijstelde. Daarbij wordt voor volgend jaar rekening gehouden met krimp. Tussen april en juni groeide het Duitse bbp met een kleine 0,1 procent. De Duitse inflatie kwam in augustus uit op 7,9 procent, ruim boven de doelstelling van 2 procent van de Europese Centrale Bank.