God belooft
Jeremia 31:33a
„Maar dit is het verbond, dat Ik na die dagen met het huis van Israël maken zal.”
Ik raad elk van u aan om over de bekering der Joden eens aandachtig na te lezen wat daarover geschreven is door de grote Wilhelmus à Brakel in zijn Redelijke Godsdienst, waar hij niet alleen breedvoerig en duidelijk handelt over de bekering van dat volk, maar ook uit veel plaatsen uit het Woord des Heeren aantoont dat zij weer uit alle landen naar Kanaän zullen terugkeren, de stad Jeruzalem zullen herbouwen en in vrede in hun land wonen zullen. Over deze laatste zaak kan inzonderheid worden nagezien: Amos 9:11-15, Deuteronomium 30:1-6, Zefanja 3:19-20, Jesaja 61:1-8 en nog meer andere plaatsen.
We zien hier dat het ons geen raadsel behoeft te zijn of de Joden bekeerd zullen worden of niet. Zeker, er zal nog eenmaal een tijd komen waarin God het oordeel dat nu nog op hen rust zal afwenden. Er zal nog eenmaal een tijd komen waarin dat verharde en blinde volk tot de Heere bekeerd zal worden en de Messias als Koning zal erkennen en uitroepen. Hoewel daar nu nog zeer weinig van te zien is en ofschoon wij nu nog reden hebben om uit te roepen: „Och, wie zal leven als God dit doen zal?” (Numeri 24:23), zo is Hij nochtans getrouw. Hij heeft het beloofd.
Wulfert Floor, oefenaar in Driebergen
(”Al de eenvoudige oefeningen”, 1913)