Peter van Dalen: Pakistan, maak werk van mensenrechten
Brussel moet de gunstige handelsbetrekkingen met Pakistan herzien als de mensenrechtensituatie, zoals de positie van christenen, er niet verbetert. Dat stelt Europarlementariër Peter van Dalen, net terug uit het land.
Van Dalen bezocht het land deze week samen met twee collega-politici namens de mensenrechtencommissie van het Europees Parlement. Daar spraken zij onder anderen met activisten, journalisten, politici en de minister van Justitie.
Wat was het doel van uw reis?
„Wij hebben gesproken over of Pakistan in aanmerking komt voor de verlenging van de gunstige handelsvoorwaarden met de Europese Unie. Nu hoeft het land over een groot deel van de export geen heffingen te betalen. In 2024 gaan er echter nieuwe voorwaarden in, met meer verplichtingen op het gebied van mensenrechten en godsdienstvrijheid. Wil Pakistan nog in aanmerking komen, dan zal het concrete stappen moeten nemen om de situatie te verbeteren.”
Waar moet Pakistan werk van maken?
„We hebben het misbruik van de wetten tegen godslastering aangekaart. Relatief veel christenen en ahmadi’s –een stroming binnen de islam– zijn hier het slachtoffer van, vaak op basis van valse beschuldigingen. Soms zitten verdachten jarenlang in de cel. Ons verzoek was dat Pakistan deze wet afschaft. Maar dat was onbespreekbaar.
Daarnaast hebben we onze bezorgdheid geuit over de discriminatie van christenen en ahmadi’s. We hebben richting Pakistaanse parlementariërs aangegeven dat ze daar moet veel meer bovenop moeten zitten.
Welk vervolg krijgt de reis?
„We brengen rapport uit aan onze collega’s in de mensenrechtencommissie. Daarnaast stellen we samen met Pakistaanse senatoren een brief op waarin we het hooggerechtshof manen om ervoor te zorgen dat lagere rechters in blasfemiezaken kortere procedures maken en sneller tot een besluit komen. Eind dit jaar komt de Europese Commissie met haar analyse van de handelsverdragen, en dan zullen we de aanvraag van Pakistan in 2023 beoordelen.”
Is Pakistan gevoelig voor de druk om de gunstige handelsvoorwaarden te herzien?
„Het land is verreweg de grootste begunstigde. De EU is de belangrijkste exportpartner van Pakistan, nog voor China. De huidige handelspositie levert Pakistan 5 miljard euro per jaar op. Dat is in Pakistan heel veel geld. Daarbij komt dat de Pakistaanse economie er slecht voorstaat. Een derde van nationale begroting bestaat uit terugbetaling van leningen aan het Internationaal Monetair Fonds en China. Daarbij is economie door overstromingen zwaar getroffen.
Daarnaast vertegenwoordigde onze missie de drie grootste fracties binnen het Parlement: de christendemocraten, de sociaaldemocraten en de liberalen. We hebben samen een duidelijke meerderheid. Dat is veelzeggend.
Bij een aantal van onze gesprekspartners is het kwartje wel gevallen. Ze begrijpen het belang van deze geprivilegieerde positie.”
Het Europees Parlement krijgt vanaf 2024 een beslissende stem in het toewijzen van de speciale handelsstatus. Weegt de mensenrechtensituatie in Pakistan ook zwaar voor uw collega’s?
„Natuurlijk zal dan naar het totaalplaatje worden gekeken. De geopolitieke situatie op dat moment speelt een grote rol. Stel dat Pakistan dit geld niet zou krijgen, wat staat er dan mogelijk te gebeuren? Mogelijk krijgen extremisten daardoor meer invloed. Of komen er meer migranten richting Europa. Dat zal tegen die tijd ook meewegen voor het Parlement. Hoe die stem zal zijn is dus moeilijk te zeggen. Dat hangt af van het speelveld waar we mee te maken gaan krijgen.”