Filipijnen staan voor dilemma, willen toch Russische brandstof
De Filipijnen praten met Rusland over het kopen van brandstof en andere belangrijke goederen omdat het nationale belang van het land zwaarder weegt dan mogelijke zorgen over de oorlog in Oekraïne. Dat heeft de Filipijnse president Bongbong Marcos gezegd in een interview met Bloomberg TV.
„De politieke kant ervan was een beetje lastig, maar niettemin staat het nationale belang voorop”, aldus Marcos. „Misschien moeten we nu Rusland benaderen, zeggen dat ze misschien wat losser kunnen worden en ons van brandstof kunnen voorzien.” Hij voegde hieraan toe dat zijn land „dichtbij” een deal met Rusland is.
De opmerkingen van Marcos, die eerder dit jaar de Filipijnse presidentsverkiezingen won, weerspiegelen de moeilijke keuzes waarmee leiders in veel ontwikkelingslanden worden geconfronteerd. Net als elders op de wereld is de inflatie in de Filipijnen hard opgelopen. De stijgende energie- en brandstofprijzen kunnen veel mensen extra in armoede drijven.
De Filipijnen zijn volgens de president, zoon van de vroegere Filipijnse dictator Ferdinand Marcos (1917-1989), ook geïnteresseerd in nieuwe gesprekken met China over gezamenlijke olie- en gasexploratie in de Zuid-Chinese Zee. In juni beëindigde Marcos’ voorganger, Rodrigo Duterte, de gesprekken met Peking nog.
China claimt al langer delen van de Zuid-Chinese Zee die de Filipijnen als Filipijns beschouwen. Dat bemoeilijkt de relatie tussen de twee landen. Marcos heeft evenwel beloofd de banden met China aan te halen. Dat kan volgens hem „voordelig” uitpakken voor beide landen.