Recessieangst en Brits begrotingsavontuur bezorgen beurs verlies
De aandelenbeurs in Amsterdam is vrijdag keihard onderuitgegaan. Net zoals op andere beurzen in Europa en Verenigde Staten sloeg de vrees voor een recessie door de vele renteverhogingen toe. Daar kwamen nieuwe begrotingsplannen van het Verenigd Koninkrijk bovenop.
De nieuwe Britse schatbewaarder Kwasi Kwarteng kondigde forse belastingverlagingen aan in combinatie met extra uitgaven om bedrijven en huishoudens te helpen met hun energierekening. Daardoor moet het land tientallen miljarden ponden bijlenen, wat de vrees voedt dat de inflatie in weerwil van alle renteverhogingen alsnog blijf stijgen.
Het pond daalde ten opzichte van de dollar tot het laagste niveau sinds maart 2020, toen de coronapandemie wereldwijd om zich heen begon te grijpen. Ook ten opzichte van de euro verloor de Britse munt aan waarde.
Ondertussen drukte de rente- en recessievrees de AEX diep in het rood. Hogere rentes zijn doorgaans nadelig voor de waarde van aandelen. De hoofdindex in Amsterdam eindigde 2,8 procent lager op 639,28 punten.
Bijna alle 25 hoofdfondsen stonden op verlies. Shell was de grootste verliezer met een min van 7 procent, nu de olieprijzen blijven dalen. Als de economie wereldwijd minder hard draait is er naar verwachting ook minder vraag naar de brandstof. Bij Shell speelt mogelijk ook het nieuws mee dat het olie- en gasconcern een groot lng-project in de Verenigde Staten met Tellurian stopzet. De enige stijger in de AEX was muziekbedrijf Universal Music Group met een winst van 0,7 procent.
Een vat Amerikaanse olie werd 5,9 procent goedkoper op 78,55 dollar. Brentolie kostte 5 procent minder op 85,91 dollar per vat.
De MidKap zakte 3,5 procent tot 860,54 punten en kende ook vrijwel alleen maar verliezers. De beurzen in Frankfurt, Parijs en Londen verloren tot 2,3 procent.
De beurs in Milaan verloor 3,4 procent. De nationalistische partij Fratelli d’Italia, Broeders van Italië, lijkt af te stevenen op een duidelijke overwinning. Investeerders maken zich vooral zorgen over de euroscepsis van de partij van Giorgia Meloni en de impact van haar plannen op de enorme schuldenberg van Italië.
De euro verloor dan ook zo’n 1,2 procent ten opzichte van de dollar en was 0,9722 dollar waard.