CPB rekent nu op daling, in plaats van stijging armoede
Het aantal mensen dat in armoede leeft neemt door de in de miljoenennota bekendgemaakte maatregelen af. Zonder kabinetsbeleid om iets te doen aan de gevolgen van de gierend hoge inflatie rekende het Centraal Planbureau (CPB) nog op een forse toename van de armoede, maar volgens de adviseur van de regering zorgt het gigantische pakket aan maatregelen dat die trend wordt omgebogen.
In een nieuwe raming voor Prinsjesdag verwacht het CPB dat volgend jaar 833.000 mensen onder de armoedegrens leven in Nederland. In augustus rekende het planbureau er nog op dat het aantal armen in 2023 met krap 150.000 zou toenemen tot een totaal van bijna 1,3 miljoen mensen.
Eerder lekte al uit dat het CPB rekent op een stijging van de koopkracht van gemiddeld 3,9 procent volgend jaar dankzij ingrepen zoals de verhoging van het minimumloon en daaraan gekoppelde uitkeringen. Dat zou een deel van het koopkrachtverlies van 6,8 procent dit jaar goedmaken. In augustus schetste het CPB nog een somber beeld over de inflatie, die met 4,3 procent in 2023 op een hoog niveau zou blijven hangen. Nu rekent het planbureau op 2,6 procent inflatie volgend jaar
Maar de zogeheten Macro Economische Verkenning die het CPB op Prinsjesdag uitbrengt, is dit jaar met veel onzekerheid omgeven. Het kabinet onderhandelde nog tot maandagavond over maatregelen tegen onbetaalbare energierekeningen die niet zijn meegenomen in de berekeningen.
De regering komt nu met een prijsplafond voor gas en elektriciteit, naast een noodfonds dat moet voorkomen dat gezinnen deze winter in de kou komen te zitten. Het CPB gaat ervan uit dat zijn raming min of meer gelijk blijft als de bedragen die het kabinet hieraan uitgeeft hetzelfde blijven. Dat zou bijvoorbeeld het geval zijn als miljarden euro’s voor nieuwe energiemaatregelen worden gedekt door het terugdraaien van de verlaging van de energiebelastingen, een eerdere maatregel tegen armoede. Maar als de overheid nog eens miljarden extra uitgeeft kunnen de cijfers uit de CPB-raming de prullenmand in. Koopkrachtcijfers worden dan beter, maar de overheidsfinanciën komen er slechter voor te staan.
In de huidige raming groeit de economie harder dan eerder verwacht. Het bruto binnenlands product stijgt met 1,5 procent volgend jaar, tegenover 1,1 procent bij de augustusraming. Dat is een fikse vertraging ten opzichte van dit jaar, waarin de economie naar verwachting met 4,6 procent groeit. Het overheidstekort loopt volgend jaar op tot 2,6 procent van het bbp door alle extra uitgaven, ruim het dubbele van het in augustus geschatte tekort.