Excuses slavernij niet in nationaal programma tegen discriminatie
Excuses voor het slavernijverleden staan niet in het eerste Nationaal Programma tegen Discriminatie en Racisme, dat maandag is gepresenteerd. De Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme Rabin Baldewsingh, die het programma in samenspraak met ministeries opstelde, zegt dat er nog „financiële en bestuurlijke obstakels” zijn. Hij roept het kabinet met klem op werk te maken van onder meer formele excuses voor het slavernijverleden.
Excuses zijn „van grote betekenis voor de nazaten van de tot slaaf gemaakten, die tot op de dag van vandaag de doorwerking hiervan ervaren”, aldus Baldewsingh in de aanbiedingsbrief bij het programma. Het zou volgens hem helpen „bij de heling van historisch leed” en het „bouwen van een gezamenlijke toekomst”. Hij wil eveneens dat de viering van de afschaffing van de slavernij op 1 juli een nationale feestdag wordt.
Premier Mark Rutte zei eerder dat hij verwachtte later dit jaar met „een volgende stap” te komen in het kader van excuses voor het slavernijverleden. De woorden van Baldewsingh zijn bedoeld als „aansporing” aan de premier en het kabinet.
Ook het veelbesproken toestaan van het dragen van bijvoorbeeld een hoofddoek voor politieagenten staat niet in het programma, terwijl Baldewsingh er wel voorstander van is. „De gedachte dat politieagenten door het dragen van een religieus symbool hun functie niet onpartijdig kunnen uitoefenen, vind ik onjuist en onnodig stigmatiserend”, schrijft hij. Ook aan de zogenoemde ‘Rotterdamwet’, die het mogelijk maakt om mensen met een laag inkomen te weigeren in bepaalde wijken, zou wat gedaan moeten worden meent Baldewsingh.
In het programma is wel een nationaal onderzoek naar moslimdiscriminatie opgenomen. Ook staat erin dat nazaten van tot slaaf gemaakte mensen straks gratis hun achternaam kunnen laten wijzigen, komt een „extra impuls” voor de aanpak van stagediscriminatie en worden antidiscriminatiebureaus versterkt. Het is de bedoeling dat deze zaken komend jaar gerealiseerd worden. Volgens Baldewsingh is het programma bedoeld als „eerste stap”. Volgend jaar komt hij met een volgende editie.
Baldewsingh werd vorig jaar aangesteld door het kabinet, naar aanleiding van onder meer de Black Lives Matter-demonstraties in 2020. Voor het opstellen van het programma voerde hij gesprekken met maatschappelijke organisaties en burgers. Volgens hem leverde dat „veel goede ideeën op vanuit de samenleving” over de aanpak van discriminatie in Nederland. Dat die niet allemaal een plek hebben gekregen in het programma komt omdat Baldewsingh de opdracht had om ook draagvlak bij de deelnemende ministeries te zoeken. Voordeel daarvan is volgens hem dat „de maatregelen die uiteindelijk een plek hebben gekregen in het programma ook daadwerkelijk geïmplementeerd zullen worden”.
De ministeries die hebben meegepraat over het programma zijn onder meer die van Binnenlandse Zaken, Onderwijs en Sociale Zaken.