Antiracismegezant laakt wantrouwen overheid jegens burger
Nederlandse wet- en regelgeving van de afgelopen jaren is „gebaseerd op geïnstitutionaliseerd wantrouwen vanuit de politiek en overheid jegens de burgers”, schrijft de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme Rabin Baldewsingh in het eerste Nationaal Programma tegen Discriminatie en Racisme, dat maandag is gepresenteerd. Deze gang van zaken heeft volgens Baldewsingh bijgedragen aan „een groeiende vertrouwensbreuk” in de samenleving, tussen „grote groepen burgers” en de politiek en overheid, zo staat in de inleiding van het programma.
Het wantrouwen van overheid naar burgers was afgelopen jaren soms ook „impliciet gericht op bepaalde groepen mensen in onze samenleving”, aldus Baldewsingh, verwijzend naar het toeslagenschandaal bij de Belastingdienst. De vraag die volgens hem voorligt is „hoe de menselijke maat weer toe te passen”. „Te vaak denken we in Nederland in termen van bureaucratische processen, terwijl het bij racisme en discriminatie juist zo belangrijk is om oog te hebben voor de geleefde ervaring van mensen en de doorwerking ervan.”
In het Nationaal Programma tegen Discriminatie en Racisme staan concrete plannen voor de aanpak van discriminatie en racisme in Nederland. Het programma is opgesteld in samenspraak met verschillende ministeries. Ook voerde de coördinator gesprekken met maatschappelijke organisaties en burgers. Die gesprekken hebben voor Baldewsingh duidelijk gemaakt hoe het ervaren van uitsluiting „leidt tot wantrouwen tegen de overheid, toenemende polarisatie en uiteindelijk tot mensen die helemaal afhaken”.