BinnenlandAfghaanse vluchtelingen

Afghaanse vluchtelingen Ahmad en Zahra: Blij met baby, bezorgd om familie

Ambitieus begonnen Ahmad en Zahra een paar jaar geleden in Afghanistan aan hun medische carrière. Toen de taliban in augustus 2021 aan de macht kwamen, veranderde hun leven plotsklaps. Met zo’n 800 landgenoten belandden ze als vluchtelingen in de noodopvang in Harskamp. Hoe gaat het nu met hen?

17 September 2022 17:16
Op 15 augustus werd bij Ahmad en Zarah een baby geboren. beeld RD
Op 15 augustus werd bij Ahmad en Zarah een baby geboren. beeld RD

Kabul, 15 augustus 2021. De taliban hebben de macht in Afghanistan overgenomen, nadat ze de hoofdstad voor een groot deel onder controle hebben gekregen. Duizenden Afghanen verlaten hun land. In Nederland worden in twee weken tijd circa 1600 Afghaanse evacués opgevangen in Amsterdam, Harskamp, Heumensoord, Zeist en Zoutkamp.

Onder de ruim 800 Afghaanse evacués die een plek krijgen op de legerplaats Harskamp zijn Ahmad (nu 28) en Zahra (nu 29). Drie weken na hun aankomst in Nederland vertellen ze in het Reformatorisch Dagblad hun verhaal. Beiden hebben voor arts gestudeerd, Ahmad in Kazachstan, Zahra in Afghanistan. In december 2020 zijn ze in Kabul getrouwd.

Ahmad is in augustus 2021 werkzaam als arts in een Covid-ziekenhuis in de Afghaanse hoofdstad. Zahra werkt vanaf mei 2019 als cultureel taalkundige voor het Police Institutional Advisory Team (PIAT) twee jaar samen met mensen uit diverse landen, waaronder Nederland. Vlak voordat de taliban aan de macht komen, krijgt ze als pas afgestudeerd geneeskundestudent een functie als onlineadviseur rond vragen over het coronavirus.

Door haar internationale contacten loopt Zahra onder het regiem van de taliban acuut gevaar. Via haar leidinggevende krijgt ze per e-mail bericht dat ze op 24 augustus om elf uur ’s avonds met haar man op het vliegveld van Kabul moet zijn om te worden geëvacueerd. Ze vliegen eerst naar de Pakistaanse hoofdstad Islamabad en vervolgens naar Brussel. Op 26 augustus arriveren ze per bus vanuit Brussel in Harskamp.

Drie weken later tonen Ahmad en Zahra zich gemotiveerd om een nieuw bestaan op te bouwen. Ze zijn dan nog in afwachting van een uitspraak van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) over hun aanvraag voor een verblijfsvergunning. Graag willen ze hun werk als arts weer oppakken, benadrukken ze.

Heumensoord

Inmiddels is het een jaar later. Sinds september vorig jaar is er veel gebeurd, blijkt tijdens een ontmoeting in de Zuid-Limburgse stad Kerkrade, waar ze nu wonen. Op 15 augustus is hun eerste kind geboren, Hasti. Tijdens het gesprek is Zahra vooral met de baby in de weer, die moeite heeft om in slaap te vallen. Ahmad vertelt het verhaal, af en toe aangevuld door zijn vrouw.

Begin oktober 2021 wordt het echtpaar vanuit Harskamp overgeplaatst naar de noodopvang voor duizend Afghanen in Heumensoord, bij Nijmegen. In een paviljoentent delen ze hun slaapruimte met een echtpaar met twee kinderen. Ahmad: „De winter begon, het werd kouder en de verwarming was soms stuk. Bijzonder is dat mijn vrouw en de andere Afghaanse beiden zwanger waren.”

18607543.JPG
De AFghaanse vluchtelingen Ahmad en Zarah in Harskamp, zeptember 2021. beeld RD

Het artsenechtpaar zit in Heumensoord niet stil. „Op de Radboud Universiteit hadden we enkele bijeenkomsten voor nieuwkomers. Daar ontmoetten we artsen in actieve dienst en gepensioneerden. Met sommigen raakten we bevriend. Een van heeft ons met veel zaken geholpen. We hebben nog steeds contact met hem. Op de universiteit kregen we ook twee keer per week Nederlandse les van vrijwilligers. Dat heeft ons erg geholpen.”

In september horen de vluchtelingen van de IND dat ze een verblijfsvergunning hebben gekregen. Als ze twee maanden later de officiële documenten binnen hebben, gaat Ahmad meteen aan het werk. Op Facebook heeft hij een personeelsadvertentie gezien van Thuisbezorgd.nl. Hij kan aan de slag bij de vestiging in Nijmegen. „Ik kon gebruikmaken van een elektrische fiets. Dat was gemakkelijk. Per dag reed ik 60 tot 70 kilometer.”

Meubels

Als de noodopvang in Heumensoord in januari dichtgaat, verkast het echtpaar naar een tijdelijke opvanglocatie in een hostel in Amsterdam-Zuidoost. „Terwijl we onderweg waren naar Amsterdam kregen we een telefoontje dat we een huis zouden krijgen in Kerkrade. Omdat het ver weg was, hadden we kort daarna via Skype het eerste contact met iemand van de gemeente.”

In Amsterdam werkt Ahmad opnieuw voor Thuisbezorgd. Eind januari krijgen hij en zijn vrouw de sleutel van hun flat in Kerkrade. Met hulp van een arts met wie ze in Heumensoord bevriend zijn geraakt, richten ze hun woning in. „Hij ging mee om tweedehandsmeubels te kopen en hielp met behangen en laminaat leggen. Na een week konden we hier wonen.”

Eenmaal in Kerkrade vindt Ahmad, met hulp van zijn contactpersoon bij de gemeente, werk in een groot restaurant. Vanaf 14 februari gaat hij aan de slag in de bediening. „Mijn contract liep op 26 augustus af. Ik kreeg toen de vraag of ik barman wilde worden, daar kon ik een training voor volgen. Dat heb ik niet gedaan, want ik wil weer als arts aan de slag.”

Thuis besteedt Ahmad dagelijks enkele uren aan het leren van de Nederlandse taal. Vanaf deze maand volgt hij bovendien een taalstudie aan de Universiteit Maastricht. Zahra begint binnenkort in de avonduren een taalcursus aan een opleidingsinstituut in de buurt.

Met hun Nederlandse buren hebben ze beperkt contact. „Als we elkaar tegenkomen, zeggen we: Hallo, hoe gaat het? Onze vrienden uit Nijmegen zijn hier wel een paar keer op bezoek geweest.”

Brood op tafel

Ahmad erkent dat het opbouwen van een nieuw bestaan in een ander land niet gemakkelijk is, maar klagen wil hij niet. „Toen ik in Kazachstan ging studeren, moest ik de eerste vier, vijf maanden Russisch leren. Ik sliep met drie andere studenten op een kamer en moest van 200 dollar per maand rondkomen. Op een dag klaagde ik bij een docente dat ik het leven moeilijk vond. Ze zei: „Heb je brood?” Dat had ik. „Dan ben je een gelukkig mens”, zei ze. Daar moet ik nog vaak aan terugdenken. We hebben nog steeds brood op tafel.”

De Afghaan is ook blij dat hij snel een woning heeft gekregen. „Sommige mensen met wie we in het hostel in Amsterdam zaten, wachten nog steeds op een huis, onder wie een echtpaar bij wie afgelopen maand ook een baby is geboren.”

18607544.JPG
Ahmad en Zarah kwamen eind augustus 2021 in de noodopvang voor Afghanen in Harskamp terecht. beeld ANP, Robin van Lonhuijsen

Voor Ahmad en Zahra is het bijzonder dat hun dochter op 15 augustus ter wereld kwam, precies een jaar nadat Afghanistan „collapsed”, instortte. Zahra: „Toen onze baby geboren was, zei mijn schoonvader: Voor Afghanistan is het vandaag een donkere dag, maar voor ons een stralende dag.”

Volgens Afghaanse traditie is er op de tiende dag na de geboorte van een meisje een feest, waarbij de ouders mensen uitnodigen om hun baby te „introduceren” en de naam bekend te maken. Op zo’n moment ervaren Ahmad en Zahra extra de grote afstand tot hun familie.

Pakistan

De situatie van hun ouders is moeilijk. Ahmads vader is mensenrechtenactivist. „Hij kreeg een paar maanden geleden steeds meer problemen met mensen in de buurt en is toen naar Iran gevlucht. Mijn moeder, die verloskundige is, is nog wel in Afghanistan. Ze heeft het psychisch erg zwaar. We hebben bij de IND een aanvraag ingediend voor gezinshereniging en hopen dat mijn ouders naar Nederland kunnen komen. Voor 28 september moeten we antwoord krijgen van de IND.”

Ook een verzoek om hereniging met Zahra’s ouders ligt bij de IND. „Mijn ouders zijn inmiddels naar Pakistan gevlucht, waar het leven voor hen heel zwaar is. Ik hoop dat zij met mijn broer en zus hierheen kunnen komen”, zegt Zahra. „Ik ben blij dat we veilig zijn, een huis hebben en een dochter, maar het gescheiden zijn van mijn familie vind ik heel moeilijk.”

De politieke situatie in Afghanistan is de laatste tijd verder verslechterd, schetst Ahmad. „Het gaat daar niet de goede kant op. Mensenrechten en vrouwenrechten worden onder de taliban steeds meer geschonden. Ik zie geen goede toekomst voor Afghanistan.”

Evenals een jaar geleden benadrukken Ahmad en Zahra dat ze niets liever willen dan hun beroep als arts oppakken, zodra ze hun taalstudie hebben afgerond. Ahmad hoopt dat hij over acht maanden zover is. Deze week hadden Zahra en hij bij Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF in Utrecht een eerste afspraak, vooruitlopend op een traject waarmee ze een BIG-registratie hopen te krijgen. „We zijn dokters –daar hebben we jaren voor gestudeerd– en willen niets liever dan mensen helpen.”

De namen van Ahmad en Zahra zijn om veiligheidsredenen gefingeerd.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer