Door gebrek aan passende hulp en wachtlijsten voor zorg zijn kinderen na een uithuisplaatsing vaak slechter af dan thuis, zei Don Ceder van de ChristenUnie in het Kamerdebat over de nijpende problemen in de jeugdbescherming. Daarom is er „per direct” een crisisaanpak nodig. De komende tijd moet alles op alles worden gezet om uithuisplaatsingen van kinderen te voorkomen, door de thuissituatie van het kind zodanig aan te passen dat het voor het kind veilig genoeg is om thuis te blijven wonen, is de strekking van de motie. Dit moet het aantal uithuisplaatsingen terugdringen.

Naast een ouder die het huis verlaat als er bijvoorbeeld sprake is van een vechtscheiding, in plaats van een kind, kan ook worden gedacht aan hulp aan het kind en het gezin door hun naaste omgeving. De ChristenUnie wil aan de aanpak vasthouden tot dat de crisissituatie voorbij is. Pas als jeugdbeschermers een lagere werklast hebben en de wachtlijst flink is teruggebracht, kan de voorgestelde aanpak worden losgelaten, willen de CU en de overige coalitiepartijen.

De oppositiepartijen hebben een flink aantal moties ingediend om de problemen sneller op te lossen. De PvdA wil dat het kabinet meer geld vrijmaakt dan het nu doet. Het kabinet wil de komende vier jaar 40 miljoen euro vrijmaken en rekent erop dat gemeenten eenzelfde bedrag vrijmaken. GroenLinks, PvdA, SP en BIJ1 roepen via een motie Weerwind en staatssecretaris Maarten van Ooijen (Jeugdzorg) op binnen een maand met een crisisaanpak te komen met concrete maatregelen om de acute problemen op te lossen.

Wybren van Haga (Groep van Haga) heeft een motie van wantrouwen tegen minister Weerwind ingediend, omdat opeenvolgende kabinetten volgens hem een puinhoop van de jeugdbescherming hebben gemaakt. Hij wil ook een parlementaire enquête.

Al de hierboven genoemde moties van de oppositie zijn door Weerwind ontraden. De Kamer stemt op 27 september over alle moties.