Hoofdpunten uit toespraak van Von der Leyen
Ursula von der Leyen, de voorzitter van de Europese Commissie, hield woensdag in het Europees Parlement in Straatsburg haar derde ‘State of the Union’-toespraak sinds haar aantreden eind 2019. De Europese ‘troonrede’ stond grotendeels in het teken van de gevolgen voor de EU van de oorlog in Oekraïne en het antwoord van de unie op nijpende vragen als hoe de energiecrisis aan te pakken.
Oekraïne kan rekenen op de blijvende steun van de EU, bezwoer Von der Leyen. De commissie maakt werk van de opname van het land in de gezamenlijke Europese markt, belooft ze. En Rusland kan uit zijn hoofd zetten dat de sancties gauw zullen worden verlicht.
De energieprijzen rijzen de pan uit. De Europese Commissie onderzoekt nog hoe de energiemarkt kan worden hervormd zodat de gasprijs minder drukt op de prijzen van andere energiebronnen. Maar op korte termijn wil ze overwinsten van energieproducenten afromen en uitkeren aan consumenten die het hoofd nauwelijks boven water kunnen houden en de waterstofmarkt aanzwengelen. Ook moet de energieconsumptie omlaag.
De EU stelt hoge eisen aan lidstaten die lid willen worden van het machtsblok, ook op het gebied van de rechtsstaat en democratie, stelt Von der Leyen. Maar er bestaat nog corruptie binnen de EU „en die moeten we uitroeien”. De commissie wil de strijd tegen corruptie opvoeren met strengere wetgeving die gerommel bij bijvoorbeeld aanbestedingen moet voorkomen.
Zeker als de Europese Unie verder uitbreidt met nieuwe landen is hervorming van de instellingen wenselijk, vindt Von der Leyen. Zo levert elke lidstaat nu een Eurocommissaris en telt het dagelijks bestuur dus al totaal 27 vrouwen en mannen. Ook het Europees Parlement, dat nu al 705 leden telt, kan niet onbeperkt uitdijen. „We moeten de manier waarop we dingen doen en besluiten verbeteren”, zei ze. Er zijn voor hervormingen wel verdragswijzigingen nodig.
De EU moet leren van de gascrisis en niet weer in de wurggreep van een buitenlandse leverancier raken, waarschuwt Von der Leyen. Ze is beducht voor China en wil schaarse cruciale grondstoffen voor de unie veiligstellen. Ze wil samen met de Amerikaanse president Biden een top beleggen om onder meer ontwikkelingslanden nauwer aan de ‘democratische wereld’ te binden.