Oud-gedeputeerde: minister wilde geen andere aanpak versterking
Toenmalig minister Henk Kamp van Economische Zaken zag in 2014 niets in een andere aanpak van de versterkingsoperatie, zei oud-gedeputeerde William Moorlag (2009-2015) tijdens zijn verhoor voor de parlementaire enquêtecommissie naar de gaswinning in Groningen. Volgens hem was een aanpassing toen al noodzakelijk omdat duidelijk was dat de versterking veel te lang zou gaan duren.
Volgens Moorlag zag de bewindsman de „urgentie” niet toen hij hem hier in december 2014 over sprak. In de loop van het jaar was de Groninger duidelijk geworden dat tienduizenden huizen extra zouden moeten worden versterkt. Een vele jaren durende versterkingsoperatie noemde hij „onaanvaardbaar” omdat het hier om de veiligheid ging. Maar Kamp wilde er toen niets van weten en bleek ook niet goed voorbereid. Het werd een „ontluisterend gesprek”, verklaarde Moorlag tijdens het verhoor.
De Groningse bestuurder wilde verder dat de overheid een rol zou krijgen in de versterkingsoperatie. Die was namelijk „zo ingrijpend” dat je het niet kon overlaten aan de NAM, de uitbater van het Groningenveld. Daar wilde de minister ook niet aan. Hij vond dat de NAM het probleem moest oplossen, zei de oud-gedeputeerde.
Uiteindelijk werd na nieuw overleg besloten om een Nationaal Coördinator Groningen (NCG) te benoemen om de aanpak te verbeteren. Dat was een compromis, zei Moorlag. „Meer zat er niet in.” Hij had liever gezien dat er een „krachtige” coördinator zou komen die slagkracht zou krijgen met wettelijke bevoegdheden en budget. Volgens Moorlag wilde Kamp geen sterke NCG.
„Alles moest worden bevochten” in het overleg met Den Haag, aldus Moorlag. Het kabinet probeerde de problemen die door de gaswinning ontstonden „klein” te houden. De voormalige gedeputeerde sprak van een „uitermate kille bejegening” vanuit Den Haag. Hij moest „stenen in de vijvers gooien” om aandacht te krijgen voor de problemen veroorzaakt door de gaswinning.