Stroomstootwapen in halfjaar ruim 1700 keer gebruikt door agenten
Agenten hebben in het eerste halfjaar sinds de invoering in januari het stroomstootwapen 1730 keer ingezet, heeft de politie dinsdag bekendgemaakt. In 1279 van deze gevallen was slechts dreigen om de taser te gebruiken voldoende, 451 keer is daadwerkelijk stroom afgegeven.
Volgens de politie bleef het letsel bij de mensen op wie het stroomstootwapen is gebruikt beperkt tot „een of twee kleine wondjes van de pijltjes”. Vijf mensen liepen zwaarder letsel op, vooral doordat ze vielen. Het ging om hoofdwonden, een gebroken kaak en een ontwrichte schouder.
Na een testfase behoort het stroomstootwapen sinds januari tot de wapenuitrusting van agenten. De cijfers van de inzet bestrijken de periode tot en met 30 juni. Toen waren 10.000 agenten opgeleid en bevoegd om de taser te gebruiken. De bedoeling is dat dit aantal nog stijgt.
Het wapen kan stroomdraden afvuren waardoor iemand tijdelijk zijn spieren niet kan bewegen. Ook kan het apparaat rechtstreeks op de huid van een verdachte worden gezet, in de zogenoemde stunmodus, om een rechtstreekse pijnprikkel te geven. Het afgelopen halfjaar is dit 23 keer gebeurd. Onder meer mensenrechtenorganisatie Amnesty International heeft zich uitgesproken tegen deze methode, omdat dit „onaanvaardbare gezondheidsrisico’s” met zich mee zou brengen.
Op 1 juli van dit jaar overleed een man in Franeker nadat hij was getaserd door agenten. Volgens de politie, die uitrukte na een verzoek om ondersteuning bij hulpverlening, had de man zich hevig verzet en zagen agenten zich genoodzaakt pepperspray en het stroomstootwapen te gebruiken. Het onderzoek naar dit overlijden loopt nog.