Heerlijk visioen
Ezechiël 1:28a
„Gelijk de gedaante van de boog, die in de wolk is ten dage des plasregens, alzo was de gedaante rondom; dit was de gedaante van de gelijkenis der heerlijkheid des Heeren.”
God zal niet toelaten dat degenen die Hij met Zijn bloed heeft verkoren en gekocht, zullen wegzinken in het verderf en de verdoemenis. „Gelijk de gedaante van de boog, die in de wolk is ten dage des plasregens, alzo was de gedaante rondom; dit was de gedaante van de gelijkenis der heerlijkheid des Heeren” (Ezechiël 1:28). Deze beschrijving wordt een visioen van God genoemd. De profeet was in vervoering van de Geest toen hij het zag. De nationale kerk van de Joden verkeerde nu in ballingschap en het overblijfsel naar de verkiezing der genade deelde ook in deze rampspoed. Voor hun bemoediging werd dit visioen zelfs in het land waar zij balling waren, geopenbaard. Hoewel deze visioenen als zodanig maar twee keer werden geopenbaard (Ezechiël 2 en 10), vinden we alles wat ze betekenen in het boek Openbaring en worden de vruchten hiervan gevonden in het bevindelijke leven van Gods kinderen. De voorstelling van de Heere, Die uitgaat om Zijn Woord te laten bedienen, zoals deze aan de profeet werd geopenbaard, duidt niet op een zaak van voorbijgaande aard, maar moest tonen hoe de Heere zelfs onder de heidenen –want dit visioen werd niet gezien in het Heilige Land– zou uitgaan in de tijd van het Evangelie. Zo is Hij ook uitgegaan, zolang Hij een Kerk heeft in de wereld.
William Huntington, predikant te Londen
(”Een gewillig volk door de liefde van Christus”, 1835)