Consument

Schoonheid: Nova Zembla

Het liefst overwinter ik in Midden-aarde. Als buiten de kou tegen de ruiten slaat en de wereld tussen vier muren zit weggekropen, slaat mijn geest zijn vleugels uit op de passen van de Nevelbergen, de grasvlakten van Rohan of de trappen en tuinen van Rivendel.

Sarah van der Maas
12 September 2022 09:20
beeld Sarah van der Maas
beeld Sarah van der Maas

Het fictieve universum van J. R. R. Tolkien roept in de lezer een verlangen naar verre reizen wakker. Naar de einder trekken. Je hoofd neerleggen waar je moe wordt. Mos als je bed en de hemel als je deken.

”Wanderlust”, zeggen de Duitse romantici. Zwerfdrang.

Deze zomer proefde ik even van het landlopersleven. Zeventien dagen dwaalden we door Centraal-Europa, streken neer langs ruisende rivieren en velden vol sprinkhanen, sliepen in bossen, bergen en betonbuizen. Samen sloegen we ons door buikloop en bosbrandblokkades heen. Tegenslag is niet zo erg als je goed gezelschap en kruiswoordraadsels hebt. Hoe meer file, hoe meer vreugd.

Waar komt die dorst naar ontbering toch vandaan, vraag je je af, als je voorzichtig je hoofd in een ijzig rotsbeekje dompelt. Hoe kan het dat we met zo veel overgave het vertrouwde achterlaten om ons rücksichtslos in het nevelig verschiet te storten?

Sommige mensen reizen louter om te kunnen zeggen hoe goed ze het thuis wel niet hebben. Anderen nemen wat dat betreft geen enkel risico en wapenen zich tegen de verten met boerentijgervolkoren, 
familieverpakkingen katjesdrop en veertien ingevroren porties hutspot met klapstuk.

De meeste reizigers echter zoeken de horizon om het onbekende te ontginnen, de sleur te doorbreken, het nieuwe land te hervinden. We reiken naar een Nova Zembla dat voortdurend voor ons uit drijft en zich nooit helemaal prijsgeeft. Niet dat waar we geen weet van hebben trekt ons, maar dat waar we glimpen van opvingen, als licht dat door een open deur valt. Wazige gouden bergen. Een geur die uit een bovenraam kringelt. Het is het vermoeden dat lonkt.

Maar wie een rondreis maakt, kan niet voorkomen dat hij vroeg of laat tegen zichzelf op loopt. Ergens halverwege die zeventien dagen begon een voorzichtige vraag de gemoederen te beroeren. Want vanaf welk punt waren we eigenlijk weer onderweg naar huis?

De wereld is rond en ontzagwekkend wijd. Niet altijd heb je door dat je terugtocht al begonnen is, dat je de bocht al om bent. Je denkt dat je naar onbekende oorden tuurt, terwijl je in werkelijkheid opnieuw aan de grenzen van je moedergrond staat. Soms ben je bijna thuis voor je weet dat je bent omgedraaid.

In zijn boek ”Orthodoxie” illustreert de Britse letterkundige G. K. Chesterton zijn zoektocht naar het geloof met het verhaal van een man die na een lange boottocht op vreemde kust denkt te landen en erachter komt dat hij zich (weer) op het kiezelstrand van Brighton bevindt.

Bij wijlen reis je ergens heen, alleen om te ontdekken dat je er allang thuis was. Om je heen kijkend realiseer je je plotseling dat je terug bent waar je was, niet in een nieuw landschap, maar met nieuwe ogen – zoals je na zeven schoenenwinkels toch dat eerste paar sneakers koopt of na een paar weken Costa del Sol de malse Hollandse miezerregen als een lang verloren vriend omhelst.

Soms heb je een omweg nodig om te komen waar je moet zijn. Bij de een gaat die via knooppunt Klaverpolder, bij de ander langs de Barentszzee. Maar er komt een punt waarop je een duizeldiepe poolnacht in staart en met je ogen knippert. Constellaties beginnen te schuiven. Er vallen sterren op hun plaats. Je kijkt op, bevreemd. Een vaag gevoel kwelt – waar heb ik dit eerder gezien…

Niet al het zwerven is verdwalen. Not all those who wander are lost.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer