Het Thaise ministerie voor Rampenbestrijding maakte woensdagmorgen bekend dat zeker negen Nederlanders het leven hebben gelaten in dat land. Omdat het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag pas publiekelijk melding maakt van dodelijke slachtoffers als de lichamen zijn geïdentificeerd en de nabestaanden zijn ingelicht, gaat het departement vooralsnog uit van drie Nederlandse slachtoffers; twee in Thailand en een in Sri Lanka.

Een vader heeft voorts gemeld dat zijn 3-jarige Nederlandse dochtertje ook in Thailand is omgekomen. Daarnaast maakte de Australische minister van Buitenlandse Zaken, Downer, melding van een Nederlander die permanent woonde in Australië, en die om het leven kwam in Thailand. Het is onduidelijk of het 3-jarige meisje en de Australische Nederlander ook op de lijsten van de Nederlandse en de Thaise autoriteiten staan.

In diverse ziekenhuizen in de stad Phuket op het gelijknamige Thaise eiland liggen nog ongeveer dertig Nederlandse gewonden. Volgens de ANWB raakten in totaal ten minste zestig Nederlanders door het natuurgeweld gewond. Deze slachtoffers hopen zo snel mogelijk sterk genoeg te zijn om te kunnen terugkeren naar Nederland.

Een team van drie ANWB-medewerkers is woensdagmorgen op Phuket gearriveerd. Zij maken een inventarisatie van het aantal Nederlandse gewonden op het eiland en ze bekijken wie medisch gezien wel en wie niet naar Nederland vervoerd kan worden.

Het Rampen Identificatie Team (RIT) is woensdag ook aan de slag gegaan op Phuket. Samen met collega’s uit Duitsland en Scandinavische landen helpen deze specialisten de Thaise overheid met de identificatie van slachtoffers.

Pieter Marres, de ambassadeur van Nederland in Thailand, verwacht dat het zeker nog weken duurt voordat er uitsluitsel kan worden gegeven over het lot van veel vermiste Nederlanders.