Straffen
Vanuit het publiek wordt al jarenlang geroepen om strengere straffen. Het ziet ernaar uit dat de rechterlijke macht daar steeds meer gehoor aan geeft. Dit jaar zijn zes mensen veroordeeld tot levenslang, de zwaarste straf die ons rechtsstelsel kent. Dat zijn er duidelijk meer dan andere jaren.Levenslang is een straf die uitzichtloos is, maar sommigen hebben het ernaar gemaakt. Wanneer zij ook beschouwd moeten worden als een gevaar voor de maatschappij, is het onvermijdelijk dat de rechter daarvoor kiest.
Bij alle tot levenslang veroordeelden was er sprake van een meervoudige moord. Dat verklaart waarom de moordenaar van Pim Fortuyn destijds die straf niet kreeg. Het is ook onwaarschijnlijk dat Mohammed B., de moordenaar van Theo van Gogh, ondanks alle commotie levenslang zal krijgen.
Toch zie je dat de rechter de algehele maatschappelijke onrust wel degelijk laat meewegen in de zwaarte van de opgelegde straf. Vorige week werd de bedreiger van minister Verdonk tot twee jaar cel veroordeeld, waarvan acht maanden voorwaardelijk.
Dat betekent dat hij minder dan een jaar hoeft te zitten, maar een jaar of tien geleden zou met zo’n telefonische bedreiging nauwelijks iets zijn gedaan. Nu werd artikel 95a van het Wetboek van Strafrecht uit de kast gehaald.
Dat artikel valt onder het hoofd misdrijven tegen de veiligheid van de staat. Wie een minister verhindert vrij en onbelemmerd zijn plicht te vervullen, kan zelfs veroordeeld worden tot levenslange gevangenisstraf.
Uiteraard moet ook de rechter zich hoeden voor de waan van de dag. Maar het is een feit dat met name degene in het kabinet die het asielbeleid in zijn of haar portefeuille heeft, persoonlijke risico’s loopt. Staatssecretaris Kosto kreeg zelfs te maken met een bomaanslag op zijn huis.
Opvallend is wel dat de kritiek op het uitzettingsbeleid van minister Verdonk de laatste maanden vrijwel verstomd is. Kennelijk is tot het grote publiek ervan doorgedrongen dat asielzoekers niet allemaal zielige mensen zijn, maar dat er ook een heleboel bij zitten die vooral om economische redenen hierheen gekomen zijn.
Nu de regels zijn aangescherpt, is het aantal asielaanvragen dramatisch gedaald. Bovendien is duidelijk geworden dat je, zeker met islamitische asielzoekers, je ook een heleboel problemen op je hals kunt halen.
In het kader van een straffere aanpak past ook de roep om preventieve actie tegen islamieten met extremistische opvattingen. De afgescheiden VVD’er Wilders heeft daar een handje van. En er moet inderdaad harder worden opgetreden. In nogal wat gevallen gaat het om mensen die de Nederlandse nationaliteit niet hebben en dan kan er gebruik van gemaakt worden dat zij als vreemdelingen een zwakkere rechtspositie genieten.
Maar ook hier zijn er grenzen. Wanneer mensen hard worden aangepakt op grond van vage vermoedens van extremisme, is dat verkeerd. Dat roept in de moslimgemeenschap verzet op. Ook anderen gaan zich bedreigd voelen.
Dat leidt tot solidarisering, terwijl het juist van belang is die extremisten te isoleren. Duidelijk moet zijn dat moslims die zich normaal gedragen, zonder meer de bescherming van de Nederlandse rechtsorde genieten.