Rabobank: economie nadert kantelpunt, eind dit jaar krimp
De Nederlandse economie nadert een kantelpunt, meldt Rabobank. „Na de sterke groeicijfers van begin dit jaar zorgt de aanhoudende hoge inflatie ervoor dat onze economie waarschijnlijk eind 2022 en begin 2023 krimpt”, aldus de bank in een persbericht.
Rabobank verwacht dat de economische groei over het hele jaar nog zal uitkomen op 4,7 procent, maar dat die volgend jaar zal teruglopen naar een groei van 0,2 procent. Dit komt dan vooral door „de historische koopkrachtdaling”. Ook het sectorbeeld noemt de bank uitdagend. „Ondernemers moeten scherpe keuzes maken: de hogere kosten doorberekenen, interen op marges, of afschalen”, aldus economen en sectorspecialisten in de zogeheten kwartaalstudie.
De torenhoge inflatie heeft volgens Rabobank gevolgen voor vrijwel alle componenten van het bruto binnenlands product en de arbeidsmarkt, legt Rabo-econoom Frank van Es uit. „Omdat de economische schade van inflatie geleidelijk doorsijpelt in de economie, verwachten we geen grote kortstondige negatieve schok. Eerder denken we dat de groei over een langere periode nagenoeg tot stilstand komt. Voor dit jaar voorzien we een inflatie van 11,4 procent, die vermoedelijk daalt tot 4,9 procent in 2023.”
Het zijn vooral de overheidsuitgaven die de economische groei de komende tijd nog enigszins stutten, zegt Van Es. „Naar verwachting zet het kabinet de maatregelen van dit jaar door en kondigt het op Prinsjesdag diverse nieuwe maatregelen aan. Zoals een hoger minimumloon, een hogere zorg- en huurtoeslag, een hogere AOW, een hoger kindgebonden budget en een hogere arbeidskorting. Vermoedelijk verkleint dit pakket de koopkrachtdaling voor veel mensen. Het is beter gericht op financieel kwetsbare huishoudens dan het maatregelenpakket van 2022, al had het nog beter gekund.”
Dat de economische groei in ons land stilvalt, heeft ook gevolgen voor de arbeidsmarkt, voorziet de econoom. Van Es: „De al ingezette stijging van de werkloosheid zet door, waardoor deze in 2023 gemiddeld uitkomt op 4,1 procent van de beroepsbevolking. Dat is in historisch opzicht nog steeds laag. De arbeidsmarkt blijft dan ook zeer krap: het aantal vacatures is nog altijd veel hoger dan het aantal werklozen.”
De ramingen zijn wel met grote onzekerheden omgeven, zegt Van Es. „Langdurig hoge inflatie hebben we al heel lang niet meer gezien en de macro-economische impact ervan is lastig in te schatten. Dat veel huishoudens hun bestedingspatroon aan moeten passen of zelfs in de financiële problemen komen is wel duidelijk, maar het is onzeker in hoeverre dat de economische groei uiteindelijk drukt. Dat we tot nu toe weinig terugzien in de economische statistieken is aan de ene kant hoopgevend, maar het kan ook betekenen dat de klap simpelweg nog moet komen.”