Online haatzaaien neemt toe bij zomerse hitte
Mensen hebben de neiging om zich online agressiever te gedragen als het buiten erg koud of erg warm is. Een kunstmatig intelligent programma analyseerde hiervoor ruim vier miljard tweets.
Wetenschappers van het Duitse Potsdam Instituut voor Klimaatimpactonderzoek (PIK) publiceerden hun onderzoeksresultaten woensdagavond in het wetenschappelijke tijdschrift The Lancet Planetary Health.
Hoe kwamen de wetenschappers erbij om onderzoek te doen naar het verband tussen haatzaaien en temperatuur?
Volgens hoofdauteur Annika Stechemesser vormen online haatzaaiende uitingen een ernstige bedreiging voor de geestelijke gezondheid van mensen. „Online haat kan geestelijke gezondheidsproblemen verergeren, vooral voor jongeren en minderheidsgroepen die hiervan slachtoffer zijn.” En vandaag de dag stijgt de wereldwijde temperatuur gestaag door klimaatverandering.
Wat hebben de wetenschappers onderzocht?
De wetenschappers analyseerden ruim 4 miljard Amerikaanse Twitterberichten die tussen 2014 en 2020 zijn gepost. Daaruit filterden ze met kunstmatige intelligentie 75 miljoen Engelstalige haattweets. Dat zijn tweets waarin discriminerende taal is gebruikt tegen een persoon of groep op basis van religie, etniciteit, nationaliteit, ras, huidskleur, afkomst en geslacht. Ze koppelden hun gegevens aan de lokale temperatuur op het moment dat de tweets zijn verzonden.
Wat ontdekten de wetenschappers over de relatie tussen temperatuur en haatzaaien?
Het aantal haattweets bereikte een minimum tussen de 12 en 21 graden Celsius. De onderzoekers noemen dit de ”feel-good window”, het temperatuursbereik waarin mensen lekker in hun vel zitten. Stijgt de temperatuur boven de 21 graden of daalt deze onder de 12 graden dan stijgt het aandeel haattweets verhoudingsgewijs mee. Bij temperaturen boven de 30 graden nemen online haatuitingen consequent sterk toe binnen alle bevolkingsgroepen.
Wat concluderen de onderzoekers daaruit?
Mensen hebben een beperkt vermogen om zich aan te passen aan hoge temperaturen. „Zelfs in gebieden met een hoog inkomen waar mensen zich airconditioning en andere warmte beperkende hulpmiddelen kunnen veroorloven, zien we een toename van haatzaaiende uitlatingen op extreem warme dagen”, zegt Anders Levermann, hoofd Complexity Science aan het PIK en mede-auteur van het artikel. Er is dus een grens aan de hitte die mensen psychisch kunnen verdragen, en die ligt lager dan wat mensen lichamelijk aankunnen.
Welke consequenties verbinden ze aan de relatie tussen extreme temperaturen en het aandeel haatzaaiende tweets?
De onderzoekers vermoeden dat ze eindelijk een vinger hebben gekregen achter het verband tussen klimaatomstandigheden en het menselijk gedrag. „Nu, met de aanhoudende klimaatverandering, is dat belangrijker dan ooit”, stelt onderzoeksleider Leonie Wenz. Klimaatverandering kan volgens hen zelfs de maatschappelijke samenhang ondermijnen. Wenz: „Het snel en drastisch terugdringen van de CO2-uitstoot komt niet alleen het milieu ten goede, maar ook de maatschappelijke stabiliteit.”