Slachtoffers zijn steeds zichtbaarder in strafdossiers, tijdens zittingen en in de media, aldus het centrum. Persoonsgegevens worden op verschillende momenten in het strafproces vermeld in het dossier en gedeeld tijdens openbare zittingen.

Het delen van hun persoonsgegevens maakt slachtoffers kwetsbaar, stelt het NSCR. In opdracht van de Raad voor de rechtspraak deed het centrum onderzoek naar het gebruik van gegevens van slachtoffers in strafdossiers. Onderzoekers analyseerden dossiers en ook werden rechters bevraagd over de noodzakelijkheid van het noemen van persoonsgegevens.

In plaats van de naam van een slachtoffer volstaan ook de voorletter en achternaam, concludeert het studiecentrum. De leeftijd van het slachtoffer op het moment van het delict in plaats van de geboortedatum zou in veel gevallen voldoende informatie moeten zijn voor de rechter. En soms kan de straatnaam in plaats van het volledige adres volstaan.

Een deel van de rechters vindt het een goed idee om persoonsgegevens die niet relevant zijn voor de juridische procedure weg te laten uit het strafdossier. Een ander deel is bang dat dit mogelijk extra werk gaat opleveren, terwijl het al mogelijk is om persoonsgegevens weg te laten uit dossiers. Het NSCR wijst er echter op dat slachtoffers dat niet altijd weten.