Politiek verzette zich tegen vroege voorstellen compensatie Groningers
Den Haag. Er kwam „massaal, op elk punt” politiek verzet tegen een voorstel om een miljard euro opzij te zetten als compensatie voor het aardbevingsgebied in Groningen.
Dat zei Max van den Berg, oud-commissaris van de Koning, maandag tijdens zijn verhoor door de parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen. Hij was tussen 2007 en 2016 commissaris van de Koningin en later van de Koning in Groningen.
Vanuit zowel de Tweede Kamer als het kabinet werd negatief gereageerd op voorstellen voor een vergoeding. Henk Kamp, toenmalig minister van Economische Zaken was „not pleased”, aldus Van den Berg. Vanuit de Kamer verzetten coalitiepartijen VVD en PvdA zich het felst.
De voormalig commissaris deed het voorstel voor de vergoeding –later vaak aangeduid als het Miljard van Max– enige tijd na de beving in Huizinge. Volgens Van den Berg wilde toenmalig minister Kamp de compensatie „klein houden.” Daarnaast wilde de bewindsman de verantwoordelijkheid bij de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) leggen. „Wij dachten: de Staat is toch verantwoordelijk?”, blikt Van der Berg terug. Het leidde volgens hem tot een „schok” in het onderlinge vertrouwen. Kamp had de „neiging om het af te schuiven, om tijd te kopen.”
Van den Berg wilde ook met andere lokale en regionale bestuurders optrekken om de belangen van Groningers te behartigen. Uiteindelijk is besloten de commissie-Meijer in het leven te roepen, die aanbevelingen moest doen over de toekomst van en compensatie voor het aardbevingsgebied. Maar Kamp wilde volgens Van den Berg ook die commissie niet te groot maken. De minister „wilde helemaal niet publieke regie en verantwoordelijkheid en royaal en ruimhartig en geld”, schetste de bestuurder terugblikkend. „Niets ervan. Het moest klein blijven.”
Omzeilen
De commissie hoorde maandag ook Jacques Wallage, voormalig burgemeester van Groningen. Wallage was destijds voorzitter van de dialoogtafel, een overlegorgaan waaraan maatschappelijke organisaties, bewoners, bedrijven en lagere overheden deelnamen.
Volgens Wallage omzeilde het kabinet de dialoogtafel, net zo als provinciale overheden. Dat was tegen de afspraken in. „We hadden aan die maatschappelijke organisaties beloofd dat ze bij belangrijke onderwerpen van tevoren invloed zouden uitoefenen”, aldus Wallage. In de praktijk gebeurde het vaak niet.
Zo schetste een zichtbaar gefrustreerde Wallage dat zijn partijgenoot en toenmalig gedeputeerde William Moorlag een afspraak met de dialoogtafel afblies voor een persconferentie over versterkingsonderzoek. Dit had juist met de partijen aan de tafel besproken moeten worden, aldus Wallage. Kamp wilde bijvoorbeeld ook discussies over de gaswinning niet met de dialoogtafel voeren. Hij ging daar als minister over, hield hij Wallage voor.