Vélocipède
De rijwielhandelaar had een primeur. Hij verkocht een nieuwe fiets aan een 95-jarige. Geen mountainbike, race-, semiracefiets of monster met dikke banden, maar een stuur met wielen, zadel en trappers. De koper was mijn vader, die niet voor zoeven maar voor zwoegen gaat. Voor trappen, spierkracht en zweten.
Beide dreigen uit te sterven, trapfiets en berijder. Echte fietsers worden zeldzaam, met dank aan de reclame-inspanningen van fabrikanten die ons massaal op de e-bike praten. Elektrisch fietsen is prachtig voor wie de pedalen niet meer rond krijgt. Een gezonde remedie tegen bankhangen achter geraniums. Al snel werd een volgende doelgroep aangeboord: automobilisten. „Verlaat je vervuilende vierwieler, reken af met file en parkeerproblemen.” Zelfs kinderen gaan nu gestroomlijnd door het leven. Welke ouder laat zijn kroost nog tegen de wind opboksen?
Sinds de presentatie van de trapfiets op de wereldtentoonstelling in Parijs 1867, veroverde het ding met vaart Nederland. Inclusief alle geëvolueerde vormen tellen we nu 23 miljoen exemplaren. Heel Nederland fietst, maar volgens het CBS bewegen we gemiddeld nauwelijks meer dan 4 kilometer per dag. Mijn pa is met een dagelijks veelvoud absolute koploper. En evenals onze fietsende premier, pedaalt hij niet in een oubollig wielrenbroekje en shirt, als speelt hij de Tour de France, maar hij beweegt in zijn dagelijkse kloffie zoals hele generaties voor hem. Hoewel. In de begintijd van de fiets vertoonden sommige gebruikers zich in wollen onderkleding, wat leidde tot afkeurend hoofdschudden.
Mijn oma leerde nooit fietsen. Haar vader –die de Doleantie nog meemaakte– verbood het. „Vrouwen horen niet op een vélocipède. Dominees evenmin.” In de Heraut van Abraham Kuyper werd het fietsvraagstuk toen nog druk bediscussieerd. Op zondag was een vélocipède beslist taboe. Honderd jaar later komen gereformeerde dominees gerust in sportkleding op de racefiets hun preekbeurt vervullen. Deze dominee en zijn vrouw fietsen ook. Zonder speciale kleding en zonder milieubelastende accu en aanslag op het elektriciteitsnet. Boze tongen beweren dat je dan meer voedsel verbruikt, wat ook milieubelastend is. Soms is het wijs om je als doof te houden. Maar met 23 miljoen fietsen is het wel dringen op de paden. Zeker met een groeiend leger zoevende gangmakers die hun ros niet kunnen bedwingen, slierten wielrenners, mountainbikers en bakfietsers. Mijn overgrootvader zou zijn hoofd niet-begrijpend schudden.