Rutte herhaalt excuses regering aan Indiëveteranen
Premier Rutte heeft namens de regering opnieuw excuses aangeboden aan de militairen die werden uitgezonden naar Nederlands-Indië. De verantwoordelijkheid voor excessief geweld dat plaatsvond, lag volgens de regeringsleider bij de gezagsdragers die hen uitzonden voor een „onmogelijke missie.”
Onderzoek dat de regering recent heeft laten uitvoeren naar dat geweld heeft onder veteranen veel losgemaakt, zei de minister-president zaterdagmiddag in Roermond tijdens de jaarlijkse herdenking van de omgekomen militairen. „Het is een feit dat ook van Nederlandse zijde wijdverbreid extreem geweld plaatsvond; dat moeten we onder ogen zien.” De soldaten werden echter een strijd in gestuurd „die niet te winnen was; ze waren op zichzelf aangewezen en werden onvoldoende gestuurd of bijgestuurd door falende gezagsdragers.” De premier gaf aan begrip te hebben voor „de gevoelens van pijn en miskenning” die verwijten achteraf bij de veteranen losmaken.
Voorzitter Kneepkens van de stichting Nationaal Indië-monument 1945-1962 uitte die gevoelens al aan het begin van de plechtigheid in stadspark Hattem: de veteranen zijn teleurgesteld, de onderzoekers sloegen volgens hen de plank mis en hebben het goede werk van de militairen nauwelijks belicht, alle soldaten worden over één kam geschoren, het onderzoek is te veel versmald tot geweld en dan ook nog alleen dat van Nederlandse kant. „Dit is een gemiste kans om een zo compleet mogelijke weergave van de feiten te geven inclusief de nodige nuances.”
Eigentijdse bril
Ook de Roermondse stadsdichter Hans van Bergen hekelde de onderzoeksconclusies die in februari naar buiten kwamen. Woorden, scherper dan bajonetsteken, daalden als een slagregen op de Indiëveteranen neer, stelde hij. „Zeker, de waarheid moet worden achterhaald en gezegd”, maar nu wordt iedereen aangekeken op wat een enkeling deed, stelde Van Bergen. „Met de maatstaf: deel staat voor het geheel.” En dat terwijl het merendeel van de uitgezonden militairen „nooit één voet aan de frontlinie heeft gezet.”
Tot de veteranen: „Er is geen oog voor al het goede dat jullie inzet de gordel van smaragd heeft gebracht, in medische hulp, verbetering van de infrastructuur en het verstrekken van voedsel.” Het nageslacht blijft achter met de levenslange vraag: was mijn vader of grootvader fout?
„Door de bril van onze eigen tijd wordt de oorlog van toen door een groeiend aantal mensen niet begrepen; ze wordt veroordeeld”, vatte brigadegeneraal Hoefsloot, directeur van het Nederlands Veteraneninstituut, samen. Hij noemt Dutchbat III als een ander legeronderdeel dat –na de uitzending naar Bosnië– onbegrip ten deel viel. Ook toen schoten volgens hem niet de militairen, maar de politici tekort.
Onder de indruk
Intussen herdenken de veteranen en hun familieleden degenen die omkwamen: meer dan 6200 in Nederlands-Indië en Nieuw-Guinea, meer dan 200 bij latere internationale missies. Na twee coronajaren is er nu weer een plechtigheid zonder beperkingen. De vijfendertigste bij het monument dat prins Bernhard in 1988 onthulde.
Aalmoezenier Brouwers neemt haar baret af en spreekt een gebed om liefde, vrede en stilte uit. Gemengd Koor Beesel –in 1945 opgericht– verklankt het Bapa Kami – Onze Vader, in het Maleis.
Premier Rutte noemt zijn familiegeschiedenis: zijn zes broers en zussen zijn in Nederlands-Indië geboren. Zelf kwam hij in 2013 voor het eerst in Indonesië, diep onder de indruk van het land waar zijn familieherinneringen werden gevormd. Vooral ook onder de indruk van „de bijna onwerkelijke stilte” op ereveld Menteng Pulo, waar de meeste omgekomen Nederlanders een graf kregen, „midden in de gigantische metropool Jakarta.” Militairen die „zonder noemenswaardige training en adequate uitrusting, amper voorbereid” naar de archipel werden gestuurd waar de situatie „intens gespannen” was.
Daarvoor dus nu opnieuw excuses. „Ook aan de tweede en volgende generaties, die opgroeiden met de pijn en het verdriet van hun ouders en grootouders. Deze moeilijke periode is voor velen onvoltooid verleden tijd.”
De regeringsleider noemt het van groot belang in gesprek te blijven over wat er is gebeurd én om te blijven herdenken.
Respect
Dat laatste gebeurt. De trompet blaast, de vaandels gaan neer, het park wordt stil. De vlag wordt gehesen, het Wilhelmus klinkt. Vier F16’s daveren over, één van hen maakt zich uit de formatie los: de ”missing man”.
De scholieren Linde, Saar, Lara en Pien dragen een gedicht voor. „De oorlog was vreselijk.” En voor de inzet van de bejaarde oud-militairen „veel respect.”
Kinderen assisteren de kransleggers. Er is een glimlach als een jongetje met een militair meesalueert.
De slachtoffers van 75 jaar of korter geleden worden herdacht. En onder de bomen hangen de woorden van generaal Hoefsloot: „Geschiedenis is een discussie zonder eind.”