VN: onderdrukking Noord-Korea toegenomen door coronamaatregelen
Mensenrechtenschendingen in Noord-Korea zijn verder toegenomen door de strenge coronamaatregelen die het land heeft ingevoerd, zegt VN-chef António Guterres in een rapport. Guterres waarschuwt dat de zaak kan worden verwezen naar het Internationaal Strafhof (ICC).
„De binnengekomen informatie bevestigt dat de onderdrukking van de rechten en vrijheden van de bevolking van Noord-Korea is toegenomen en dat de verslechtering plaatsvond binnen de context van de handhaving en daaropvolgende uitbreiding van strenge coronamaatregelen”, schrijft Guterres. „Door het sluiten van de grenzen en de restricties op de bewegingsvrijheid en sociale interactie in het land werd het voor de regering mogelijk om de informatiestroom en gedachtewisselingen tussen inwoners verder te onderdrukken”.
Volgens de VN-chef zijn er bovendien „gegronde redenen om te geloven dat Noord-Korea in toenemende mate gebruik heeft gemaakt van onbetaalde dwangarbeid door het volk”. Het rapport bevat informatie over de periode tussen augustus 2021 en juli 2022.
Noord-Korea sloot als een van de eerste landen zijn grenzen in januari 2020 na de uitbraak van het coronavirus in China. Naar eigen zeggen kwam Noord-Korea de pandemie in eerste instantie ongeschonden door dankzij de strenge grenscontroles. Pas in mei van dit jaar werd voor het eerst een besmetting gemeld. Sindsdien zijn volgens het staatspersbureau KCNA bijna 5 miljoen gevallen geregistreerd van wat het land „koorts” noemt.
Bij het begin van de uitbraak in mei liet Guterres al weten bezorgd te zijn over een verdere afbrokkeling van de mensenrechtensituatie in Noord-Korea. De VN-chef zei bezorgd te zijn over de beperkte toegang tot voldoende eten en gezondheidszorg en over mogelijke overbelasting van de zorg. Bovendien zou er een tekort aan internationale aanwezigheid zijn in Noord-Korea om de pandemie daar te monitoren.
In het rapport schrijft Guterres dat de internationale gemeenschap zich moet voorbereiden om Noord-Korea verantwoordelijk te houden „als blijkt dat misdaden tegen de menselijkheid” zijn gepleegd. De VN-Veiligheidsraad moet volgens hem bovendien bereid zijn om zich vanwege de situatie in Noord-Korea tot het Internationaal Strafhof te wenden.