Brussel denkt aan donorconferentie wederopbouw Azië
Europees commissaris Michel (humanitaire hulp en ontwikkelingssamenwerking) overweegt een grote donorconferentie te organiseren voor de wederopbouw van de Aziatische landen die zijn getroffen door de vloedgolven van zondag. Daaraan zouden in ieder geval alle EU–lidstaten moeten deelnemen. Eventueel kunnen ook Japan en de Verenigde Staten zich daarbij aansluiten.
Michel steunt verder de ideeën van de Amerikaanse oud–president Clinton om EU, Amerika en Japan ieder voor de wederopbouw van bepaalde landen verantwoordelijk te maken. „Het belangrijkste is hoe dan ook dat er zo snel mogelijk wordt gestart met de reconstructie", aldus Michel dinsdag in Brussel tijdens een persconferentie. „Anders dreigt in de getroffen landen een grote leegte; een economische, medische en sociale ’woestijn’, die zal leiden tot nieuwe grote catastrofes."
Michel schat het aantal slachtoffers op „zeker 40.000". Hij sprak van een „catastrofe die historisch gezien sinistere dimensies heeft aangenomen".
Volgens de Belgische eurocommissaris heeft een te grote overgangsperiode tussen de verstrekking van de meest noodzakelijke noodhulp en de wederopbouw mogelijk ook grote gevolgen voor de wereldpolitiek. „Het kan de mensen in die landen ook psychisch enorm demoraliseren."
De Belgische eurocommissaris wilde dinsdag „geen plafond" verbinden aan de hoogte van de bijdrage van Europa voor wederopbouw. „Het geld is er in principe. Het is nu een kwestie van het goed te besteden. Ik wil geen geld zomaar in de lucht gooien." Hij zei verder „verbaasd te zullen zijn als Europa uiteindelijk niet bovenaan de lijst van donoren staat voor de wederopbouw van de getroffen Aziatische landen".
De EU stelde zondag al 3 miljoen euro beschikbaar voor onmiddellijke noodhulp. Verder is 30 miljoen euro gereserveerd voor humanitaire hulp in de vorm van drinkwater, zuiveringsinstallaties, tenten en veldhospitalen. Daarvan kan 10 miljoen euro op korte termijn naar Sri Lanka en diverse Indiase eilanden.
Nog eens 10 miljoen is bestemd voor Indonesië, „als de autoriteiten het land openstellen voor hulp", aldus Michel. De regering in Jakarta heeft echter moeite met het verstrekken van vergunningen daarvoor, omdat in het zwaar getroffen Atjeh ook grote groepen rebellen aanwezig zijn. Verder wordt de hulp bemoeilijkt, omdat veel Aziatische eilanden ontoegankelijk zijn.