Gemeente Eindhoven moet Steentjeskerk aan koper overdragen
De gemeente Eindhoven moet de sleutel van de zogenoemde Steentjeskerk in de Brabantse stad overdragen aan de koper, Kolen Holding, een bedrijf in natuursteen en keramiek. Dat heeft de rechtbank Oost-Brabant in ’s-Hertogenbosch beslist.
De gemeente verkocht het rijksmonument al in 2013 voor 1,4 miljoen euro, maar omdat er geen overeenstemming werd bereikt over de bestemming van het pand kwam het nooit officieel in handen van Kolen Holding.
Het kerkgebouw werd in 1919 als parochiekerk van de Heilige Antonius van Padua en Onze Lieve Vrouw Onbevlekt Ontvangen in gebruik genomen voor het Philipsdorp, toen een nieuwe buurt voor de arbeiders van Philips. Het kreeg de bijnaam Steentjeskerk, om het uitwendige gebruik van speciaal natuursteen.
In 1971 werd de kerk buiten gebruik gesteld. Na een periode van leegstand en verval werd het gebouw in 1977 op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst. Het inmiddels opgeheven Museum Kempenland had er van 1983 tot 2012 onderdak.
Kolen Holding wilde aanvankelijk in de kerk een showroom voor zijn tegelhandel met kantoren realiseren. Latere ideeën waren een evenementenpaleis, kortverblijfappartementen en een (zorg)hotel. De koper drong aan op ruime bestemmingsmogelijkheden om eventuele verkoop van het pand in de toekomst te waarborgen.
Omdat een akkoord over de bestemming van de Steentjeskerk (en het wijzigen van het bestemmingsplan door de gemeente) uiteindelijk uitbleef, zette de gemeente in 2019 een streep door de gesloten bruikleenovereenkomst. Ze wilde van de koopovereenkomst af en de kerk niet meer overdragen. Kolen Holding stapte daarop naar de rechter.
Insteken
Dat gemeente en koper het niet eens zijn geworden over de bestemming, betekent volgens de rechtbank niet dat de gemeente nu onder de koopovereenkomst uit kan. De Steentjeskerk moet aan de koper worden geleverd, of het bestemmingsplan nu wél of niet wordt gewijzigd. Als de gemeente de wijziging had willen voorkomen of eindeloos overleg over de bestemming had willen verhinderen, had zij de koopovereenkomst anders moeten insteken.
Koper en gemeente willen nu niet op de uitspraak van de rechter reageren. Beide partijen gaan weer met elkaar in gesprek.