Computermaker HP zakt op Wall Street, chatapp Snap bij winnaars
Computermaker HP behoorde woensdag tot de grootste dalers op de aandelenbeurzen in New York. HP raakte 3,5 procent kwijt na een tegenvallende omzet in het afgelopen kwartaal. HP heeft net als andere verkopers van elektronica last van de hoge inflatie waardoor consumenten minder geld uitgeven aan laptops, computers en beeldschermen. Snap steeg dik 4 procent. Het moederbedrijf van filmpjesapp Snapchat ziet twee belangrijke leidinggevenden vertrekken naar streamingdienst Netflix en zet het mes flink in het personeelsbestand. Het socialemediabedrijf ontslaat een vijfde van zijn personeel, ofwel zo’n 1300 medewerkers.
Beleggers verwerkten ook nog nieuwe gegevens over de arbeidsmarkt. Volgens salarisstrookverwerker ADP zijn er in het Amerikaanse bedrijfsleven in augustus 132.000 banen bijgekomen. Dat is veel minder dan de 270.000 banen in juli. ADP stopte in juni tijdelijk met het uitbrengen van zijn banenrapport om de wijze van samenstelling te veranderen. De onderzoekers vonden namelijk dat hun cijfers te sterk afweken van het officiële banenrapport van de Amerikaanse overheid. Dat rapport verschijnt vrijdag.
De situatie op de arbeidsmarkt is van belang omdat de werkgelegenheid een belangrijke rol speelt bij het rentebesluit van de Federal Reserve. Een sterke arbeidsmarkt geeft de Fed meer ruimte om de rente stevig te verhogen in de strijd tegen de inflatie.
De graadmeters op Wall Street kwamen de laatste dag van augustus maar mondjesmaat in beweging na drie verliesdagen op rij. De Dow-Jonesindex noteerde kort na opening 0,1 procent lager op 31.760 punten. De brede S&P 500 won 0,1 procent tot 3989 punten en techbeurs Nasdaq steeg 0,5 procent tot 11.938 punten.
Bed Bath & Beyond zag bijna een kwart aan beurswaarde verdampen na een update van zijn strategie. De geplaagde verkoper van huishoudelijke artikelen liet weten een lening te hebben gekregen van kredietverstrekker Sixth Street Partners. Ook wil het bedrijf een aantal vestigingen sluiten en werknemers ontslaan. Beleggers schrokken echter vooral van het nieuws dat het bedrijf een niet nader genoemd aantal nieuwe aandelen wil uitgeven om geld op te halen.
De olieprijzen zakten verder weg na de forse daling een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie werd 2,4 procent goedkoper op 89,45 dollar. Brentolie kostte 3,1 procent minder op 96,24 dollar per vat. De euro stond kort na de openingsbel qua waarde nagenoeg gelijk aan de dollar.