„Onvoorstelbaar wat je meemaakt”
Touroperators zijn druk bezig met de repatriëring van toeristen uit het rampgebied in Zuidoost-Azië. Vanochtend vroeg vertrok van Schiphol een vlucht van Martinair naar Colombo op Sri Lanka om ongeveer 260 gedupeerden op te halen. „Je weet niet wat je meemaakt.”
Langzaam worden de desastreuze gevolgen van het natuurgeweld in Zuidoost-Azië duidelijk. Tienduizenden doden, vele duizenden gewonden. Onder hen ook een onbekend aantal Nederlanders.
Martinair heeft dinsdag een extra vlucht ingezet om 260 getroffen te repatriëren. De slachtoffers worden begeleid door een traumateam van vier man van de alarmcentrale Elvia in opdracht van touroperator Hotelplan. Zij komen vanavond aan in Colombo op Sri Lanka, volgens de laatste berichten het ergst getroffen gebied in de regio.
Het team bestaat uit een anesthesist uit het AMC in Amsterdam, twee ic-verpleegkundigen uit het Amphia Ziekenhuis in Breda en een ic-verpleegkundige uit het Lukas-Andreasziekenhuis in Amsterdam. Met twee stalen koffers vol medicamenten stond het traumateam vanochtend op Schiphol „We hebben geen idee wat we zullen aantreffen, aldus Thomas Brands van het AMC. „De communicatie met dat gebied is uiterst slecht. We gaan ervan uit dat mensen verward zijn en angstig.”
Janneke Stapel, tien jaar werkzaam bij de alarmcentrale Elvia, heeft ervaring met hulpverlening bij natuurrampen. Bij de zware aardbeving in Turkije van 1999 vloog ze naar het rampgebied om mensen op te vangen en eerste hulp bij de repatriëring te verlenen.
„Het is vreselijk, afschuwelijk. Mensen zijn getraumatiseerd, hysterisch. Zelfs met je grootst mogelijke fantasie kun je je niet voorstellen wat ze hebben doorstaan. Ze kunnen om de kleinste dingen de grootste problemen maken. Het is net alsof je in een oorlogsgebied komt. Dat zal in Sri Lanka niet anders zijn. Je weet niet wat je meemaakt. Iemand die zes familieleden heeft verloren en toch zijn jas, het laatste wat hij heeft, afstaat aan iemand die dat nodig heeft.”
Het traumateam probeert de gedupeerde toeristen tijdens de vlucht bij te staan. „Je biedt een luisterend oor en verstrekt eventueel medicamenten. We lopen wat heen en weer door het vliegtuig. Bieden hulp en bijstand waar nodig. Verder moeten we afwachten hoe ernstig deze mensen er aan toe zijn”, zegt Brands.
Stapel: „Mensen moeten praten, praten, praten. Het is net als met een zwangerschap: als ze moe worden van hun eigen verhaal, gaat het de goede kant op.”
De leden van het traumateam kreeg pas maandagavond laat een telefoontje dat ze dinsdag naar Colombo moesten om een groep vakantiegangers te repatriëren. „Het kan snel gaan”, aldus Stapel. „Als het moet, zitten we in twee uur in het vliegtuig.” Ze ziet niet tegen de klus op. „Het is fijn om mensen te helpen. Het heeft zijn eigen hectiek en dynamiek.”