FSB wijst tweede Oekraïner als verdachte aan in moordzaak Doegina
De Russische veiligheidsdienst FSB zegt een tweede verdachte te hebben geïdentificeerd in het onderzoek naar de moord op Daria Doegina, de dochter van de ultranationalistische ideoloog Aleksandr Doegin. Ook deze verdachte heeft de Oekraïense nationaliteit, meldt het Russische staatspersbureau TASS.
De man zou hebben bijgedragen aan de voorbereidingen voor de bomaanslag. Hij arriveerde volgens TASS eind juli in Rusland en zou het land voor de moord hebben verlaten. De Oekraïner zou op zowel de heen- als terugreis via Estland zijn gereisd. Oekraïne heeft meermaals ontkend betrokken te zijn geweest bij Doegina’s overlijden.
De 29-jarige journaliste stierf op 20 augustus toen ze naar huis reed. Haar auto ontplofte door een bom die aan het voertuig was bevestigd. Twee dagen later wees de FSB de Oekraïense geheime dienst aan als schuldige. Er werd gezegd dat een geheim agente Doegina had gevolgd en de bom op afstand liet exploderen. Deze Oekraïense vrouw zou na de aanslag naar Estland zijn vertrokken.
Doegina was net als haar vader een voorstander van de Russische invasie in Oekraïne. Bij een herdenkingsceremonie verklaarde Doegin dat zijn dochter „stierf voor de mensen, voor Rusland, aan het front”. Hij wordt zelf wel omschreven als het „brein” van de Russische president Vladimir Poetin. Poetin omschreef de bomaanslag als een „verachtelijke, wrede misdaad.”