Er is te goeder trouw gehandeld, schrijft het college in antwoord op schriftelijke vragen van Gemeentebelangen Woudenberg. „Nadere bestudering van de Wet Openbare Manifestaties brengt ons echter dat strikt genomen het luiden van kerkklokken is voorbehouden aan „godsdienstige en levensbeschouwelijke plechtigheden en lijkplechtigheden, alsmede oproepen tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging.” Dat staat haaks op het Nederlandse gebruik om kerkklokken voor een breder doel in te zetten en betekent dat alle eerdere uitingen van solidariteit formeel geen wettelijke grondslag hebben gehad.”

Coronacrisis

Op verzoek van „meerdere individuele inwoners” luidden op 15 juli de klokken in Woudenberg. „Uit solidariteit met de agrarische sector”, aldus de gemeente toen. Kort daarvoor had de gemeenteraad unaniem een motie ”Steun voor de boer” aangenomen.

„Juist door de unanieme stelling van de gemeenteraad heeft het college gemeend in de geest van de motie te handelen door het luiden van de kerkklokken”, schrijft het college nu.

Mede „op basis van ettelijke landelijke en Woudenbergse voorbeelden” nam het college het besluit daartoe. „In Nederland is er een 
bepaalde gewoonte om klokken te luiden uit solidariteit”, aldus het college, dat verwijst naar oudejaarsavond 2020, toen als teken van onderlinge solidariteit „onder de bijzondere omstandigheden van de coronacrisis” ook de kerkklokken luidden. Met de wetenschap van nu erkent het college: „Het had niet gemogen tijdens de jaarwisseling 2020-2021 en ook niet op 15 juli.”

Negatieve reacties

Het klokgelui heeft ook geleid tot negatieve reacties, zo blijkt verder uit de beantwoording van de schriftelijke vragen. „Het college heeft geenszins gewenst om de tweespalt in onze samenleving te vergroten. Er moet veel gebeuren om de natuur in balans te krijgen. Tegelijkertijd maakt het college zich zorgen over het gebrek aan perspectief voor onze Woudenbergse agrarische sector.”