Zware gevechten in Libië, vrees voor nieuwe oorlog
In Libië is het geweld weer opgelaaid. Rivaliserende groeperingen beschoten elkaar in Tripoli. Daarbij zijn volgens het ministerie van Volksgezondheid ten minste 23 doden gevallen, onder wie 17 burgers; 87 personen raakten gewond. De vrees bestaat dat de vijandelijkheden om controle over de hoofdstad weer uitgroeien tot een grootschalig conflict in het olierijke Noord-Afrikaanse land, dat al jaren in een ernstige politieke crisis verkeert.
De gevechten waren ’s nachts losgebarsten en in de loop van zaterdagochtend geïntensiveerd. Strijders zetten kleine wapens, zware machinegeweren en mortieren in in centrale gebieden van Tripoli. Boven de skyline van Tripoli waren kolommen zwarte rook zichtbaar. Ook waren er explosies te zien en te horen.
Videobeelden toonden brandende auto’s, rokende panden met kogelgaten en brand in zowel een moskee als een gezondheidscentrum. Volgens de lokale overheid zijn zes ziekenhuizen getroffen. Voor ambulances was het onmogelijk hulp te bieden in de wijken waar het zwaarst werd gevochten, onder meer het centrum.
De VN-missie voor Libië heeft een oproep gedaan „onmiddellijk te stoppen met de vijandelijkheden”. De organisatie maakte melding van onder meer het lukraak beschieten en bombarderen van doelen in woonbuurten. De Amerikaanse ambassade in Tripoli zei erg bezorgd te zijn door de hernieuwde strijd, na maanden van toenemende spanningen tussen de twee regeringen die elkaar de macht betwisten in Libië.
Volgens persbureau Reuters werden zaterdag meerdere militaire konvooien gezien die vanuit verschillende richtingen naar Tripoli oprukten. De milities zouden verbonden zijn met de ‘oostelijke’ regering van premier Fathi Bashagha in Tobroek. Die heeft de steun van de machtige krijgsheer Khalifa Haftar. Bashagha’s belangrijkste militaire konvooi keerde naar de stad Misrata terug voordat het de hoofdstad bereikte, zeiden ooggetuigen.
In het westen van Libië, waar Tripoli ligt, zegt premier Abdulhamid Dbeibah dat hij de wettige en internationaal erkende regering van nationale eenheid leidt. Hij is alleen bereid plaats te maken als de bevolking die wens te kennen geeft in democratische verkiezingen. Dbeibah zei dat het vechten in de hoofdstad weer is begonnen nadat onderhandelingen om bloedvergieten te voorkomen op niets waren uitgelopen.
In Libië is het onrustig sinds de door de NAVO gesteunde opstand van 2011 die dictator Moammar Kadhafi verdreef. In 2014 viel het land uiteen in rivaliserende oostelijke en westelijke facties. De Libische olieproductie, een hoofdprijs voor de strijdende partijen, is tijdens de jaren van chaos herhaaldelijk afgesloten.
Turkije, dat een militaire aanwezigheid heeft rond Tripoli en troepen in de stad hielp bij het afslaan van een aanval in 2020 met drones, riep op tot een onmiddellijk staakt-het-vuren en zei: „we blijven onze Libische broeders steunen”.
„Dit is verschrikkelijk. Mijn familie en ik konden niet slapen vanwege de botsingen. Het geluid was te hard en te beangstigend”, zegt Abdulmenam Salem, een inwoner van het centrum van Tripoli. „We bleven wakker voor het geval we snel moesten vertrekken. Het is een verschrikkelijk gevoel.”