Het gaat om een meisje en een volwassen vrouw, aldus de ambassademedewerkster die is gedetacheerd op het eiland Phuket. De slachtoffers werden gevonden op Phuket. Een van hen in een hotel, de ander op een onbekende plek.

Na de natuurramp in Zuidoost–Azië worden in dat gebied dertien Nederlanders vermist. .

Dinsdag werd duidelijk dat de verwoestende tsunami’s, de vloedgolven die volgden op een krachtige beving in de Indische Oceaan voor de kust van Sumatra, zeker 25.000 mensenlevens hebben geëist in onder meer Indonesië, Thailand en Sri Lanka. De schade aan de kustgebieden is enorm en honderdduizenden mensen raakten dakloos.

Het ministerie van Buitenlandse Zaken doet nog geen mededelingen over vermisten, totdat het departement een goed overzicht heeft. Buitenlandse Zaken probeert met behulp van ambassades en consultaten in de regio een preciezer beeld te krijgen van het aantal Nederlandse hulpbehoevenden. Volgens het ministerie valt dat tegen omdat veel reizigers niet staan geregistreerd en omdat de communicatielijnen naar de getroffen gebieden vaak vernietigd zijn.

De getroffen Nederlanders waren op vakantie op de Zuid–Thaise eilanden Phuket en Ko Phi Phi. Zeker 45 Nederlanders zijn daar zondag gewond geraakt. Hun verwondingen variëren van snijwonden tot botbreuken. Albert Fröling en zijn vriend Arjan Groenewegen werden met hun echtgenotes slachtoffer van een vloedgolf, op de dag dat ze uitcheckten uit hun hotel. Hun beide vrouwen zijn nog spoorloos. „Albert kan door zijn kneuzingen niet meer lopen en bovendien heeft hij koorts. Maar ik trek er elke dag op uit om onze vrouwen terug te vinden", vertelt de uit Maasdijk (Zuid–Holland) afkomstige Groenewegen.

De bevriende echtparen zouden zondag na hun vakantie op het eilandje Ko Phi Phi vertrekken toen ze een muur van water op zich af zagen komen. Arjan en zijn Annemarie die op het strand stonden, probeerden te vluchten door het raam van een wc–hok in te klimmen. Maar het gebouw werd door de kolkende watermassa meegesleept. Toen het water zich terugtrok, zat Arjan zeven meter hoog in een boom, waaraan hij zich had vastgeklampt. „Maar Annemarie was spoorloos", zegt hij.

Albert en zijn vrouw Birgit uit Den Haag stapten net uit hun appartement om te zien waar het lawaai vandaag kwam, toen het water hen meesleurde. Een tijdje spoelden ze samen een richting uit, maar toen werd Albert een soort werkplaats ingezogen. Sindsdien heeft hij Birgit niet meer gezien. Arjan geeft de moed nog niet op. „Ik heb alleen krassen en schrammen opgelopen en daarmee kan ik lopen. Ik blijf zoeken tot ik ze vind."

Ondertussen maken familieleden in Nederland zich uiteraard druk om het lot van hun geliefden. Familieleden van Nederlandse vakantiegangers in de getroffen regio belden maandag zeker duizend keer naar het speciale informatienummer 070–3145151.

Het Calamiteitenfonds rekent vooralsnog op circa 1650 Nederlandse toeristen in Zuidoost–Azië die zijn gedupeerd door de zeebeving. De verwachting is dat een bedrag van 2 tot 3 miljoen euro moet worden uitgekeerd om reizigers schadeloos te stellen en terug te halen naar Nederland. Reisorganisaties als TUI, OAD en Thomas Cook regelen vluchten om hun klanten terug naar Nederland te brengen.

De hulpverlening naar Zuidoost–Azië komt inmiddels internationaal en ook vanuit Nederland op gang. Het gironummer 555 werd zondagavond al opengesteld en maandagavond waren de eerste spotjes van de hulpcampagne te horen en te zien op radio en tv. Organisaties als Artsen zonder Grenzen, het Rode Kruis, Terre des Hommes, ICCO en Kerkinactie hebben geld vrijgemaakt voor allerlei hulpmaatregelen. Zo stuurt het Rode Kruis negenhonderd tenten naar het zwaar getroffen Sri Lanka.

Het ministerie van Buitenlandse Zaken liet weten dat een team van 29 identificatiespecialisten naar Zuid–Azië gaat om te helpen bij de identificatie van slachtoffers. Het departement heeft de reisadviezen voor de getroffen landen aangepast. Reizen naar getroffen gebieden in Maleisië, India, Indonesië, Bangladesh, Sri Lanka, Thailand en de Maldiven wordt ontraden.