Schapen
De schapen kennen de stem van de herder en zij volgen hem. Waar de herder gaat, zullen de schapen hem volgen. Zo is het ook met kinderen van God. Die kennen de stem van de Heere Jezus, Die hun herder is, en zij volgen Hem. Zij kennen Jezus’ stem in Zijn Woord en in het gebruik van het Heilig Avondmaal. Ja, zij kennen Hem als Hij van vrede spreekt tot hun ziel. Dan zeggen ze: Dat is de stem van mijn Liefste. Dan gaat hun ziel uit vanwege Zijn spreken en zij volgen Jezus’ voetstappen. Zij leren van Hem dat Hij nederig is, zachtmoedig en ootmoedig.God zegt echter niet alleen „schapen” maar „Mijn schapen.” Hij noemt ze zo, omdat Hij ze van eeuwigheid tot Zijn schapen heeft uitverkoren. Hij heeft ze uit de algemene hoop van de mensen afgezonderd en krachtdadig geroepen tot Zijn gemeenschap. „Mijn schapen”, zegt Hij, omdat Hij in Zijn Zoon een verbond met hen heeft gemaakt. Want Hij is onze God en wij het volk Zijner weide.
Nu heeft de Heere drie soorten weiden, een in de natuur, een in de genade en een in heerlijkheid. In de natuur wil zeggen: alles wat de mens nodig heeft tot onderhoud van zijn lichaam. Een weide in de genade wil zeggen: de bediening van Gods Woord. Dat geeft de moede kracht en sterkte diegene die geen krachten heeft. De weide van Gods genade is het gedurige invloeien van Gods genade in de ziel.
Kasparus Alardin, predikant te Arnhem (Practicale leerreeden, 1728)